Stel je ‘license to operate’ niet ter discussie

Marc Sanders

10 februari 2022

Je rijdt al jaren in een prima dieselauto. Niks mis mee, denk je. Totdat je op een dag hoort dat je met je auto niet meer welkom bent in meerdere steden in ons land en andere landen. Je auto doet het nog prima, maar de tijden zijn veranderd. Zo is het ook met IT-infrastructuur.

De on-premise servers draaien prima, het klassieke netwerk is wat traag maar doet het altijd en de firewall heeft de laatste patches. Dan breekt de corona-pandemie uit, of er duikt een nieuwe, digitale concurrent op. Je IT doet het nog prima, maar de tijden zijn veranderd. Je hebt het nakijken. Een bedrijf dat zijn license to operate niet wil verliezen, stelt modernisering van de IT-infrastructuur niet te lang uit. Op welke ontwikkelingen moet je inspelen?

Laten we eens kijken naar de case van een fictief bedrijf, dat zijn license to operate dreigt te verliezen. Bij het uitbreken van de pandemie was het organiseren van thuiswerken voor dit bedrijf een crime geweest. Een historisch gegroeid complex IT-landschap, on-premise, had de opdracht er niet makkelijker op gemaakt. Nu kon de CIO in de directiekamer verklaren dat het hybride werken geregeld was – min of meer. Over het verlies aan productiviteit in het afgelopen jaar werd wijselijk gezwegen. En nu, net nadat de rust leek weergekeerd, had de CMO een vergadering belegd.

Concurrentie

Een concurrent bleek proposities te hebben ontwikkeld die vlot aan marktaandeel wonnen. De concurrent leek wendbaarder dan ooit en in staat zijn diensten zeer snel op te schalen. Voor de CIO was het een zware vergadering geworden, vol uitleg over wat allemaal niet kon, of niet snel genoeg kon. Hij wist dat het de hoogste tijd was om stappen te zetten. Op de vraag van de directie wat zijn plannen gingen kosten, kon de CIO gelukkig wijzen op de voordelen van operationele uitgaven – betalen naar gebruik – die moderne IT-omgevingen bieden, in plaats van in plaats van de gebruikelijke investeringen.

Hij voegde eraan toe dat niets minder dan de license to operate van de onderneming ter discussie stond. Het alternatief voor de digitale modernisering was aan alle kanten gepasseerd worden en uiteindelijk niet meer als volwaardige marktpartij worden gezien. De directie zag zich genoodzaakt onder allerlei voorwaarden akkoord te gaan met de grootschalige vernieuwing.

Cloud

Groot is de schrik als ‘het geërodeerde IT-landschap plotseling onderdeel van een productmix moet gaan uitmaken.’ De CIO had die zin eens gelezen en niet meer kunnen vergeten. Werk aan de winkel! Flexibiliteit werd het motto. Als eerste stap werd de reis naar de cloud ingezet. De CIO wist dat hij het IT-landschap flink moest vereenvoudigen.

De move naar de cloud werd in hoog tempo voortgezet. Enkele applicaties leverden problemen en vertraging op. Ze waren niet geschikt voor de cloud, maar konden daar uiteindelijk toch heen. Slechts een applicatie bleek te oud om te migreren. De CIO besloot deze bij een hosting provider onder te brengen. Het eigen datacenter zou uiteindelijk kunnen sluiten.

Netwerk

Het verkeer naar het eigen datacenter en het gebruik van het WAN namen gestaag af. Internet was het netwerk geworden. Ook voor medewerkers op kantoor was de routering achterhaald: van het bedrijf naar het datacenter, door de firewall en dan naar de cloud. Om de firewall niet te veel te belasten met de verwerking van al het versleutelde verkeer waren in het verleden op diverse vestigingen lokale breakouts naar internet gecreëerd. Het geheel was complex en niet centraal te beheren. Het was een crime geweest om bij elke nieuwe applicatie per router Quality-of-Service-regels te moeten invoeren. Dat kwam er daarom vaak niet van, tot de servicedesk meldingen van performance-problemen kreeg.

MPLS als WAN zou zeker niet geschikt zijn om steeds meer applicaties in de cloud te ondersteunen. Meer bandbreedte zou nodig zijn en dat was duur. En hoe vertragend zou het zijn om alle verkeer van en naar de cloud via het eigen datacenter te sturen – zolang dat nog bestond?

De CIO zette een moderniseringsslag in. Software-defined networking, centraal via software te configureren zonder aan routers te hoeven zitten, daar spraken zijn netwerkspecialisten al een tijd over. Een wide area network op deze basis, ofwel SD-WAN, zou in vrij korte tijd te realiseren te zijn. Het zou sneller werken, meer bandbreedte bieden en centraal te beheren zijn.

Na wat rekenwerk kwam de CIO tot de conclusie dat de financiële voordelen voor het bedrijf vooral lagen in het efficiënter kunnen werken. De provider hielp de financiële discussie in de directiekamer te beslechten door SD-WAN as-a-service aan te bieden: pay as you go.

Na ingebruikname van het SD-WAN was de winst direct te merken: applicaties reageerden sneller, gebruikers gaven zelfs af en toe een compliment. Van de provider hoorde de CIO tot zijn genoegen dat nu ook de vestiging in Italië via internet was aan te sluiten. Geen MPLS-verbinding meer.

Identiteit

De cybersecurity ging ook op de schop. De CIO realiseerde zich dat medewerkers steeds vaker vanaf hun thuiswerkplek connectie met de cloud maakten. De firewall draaide nog, maar had een deel van zijn functie verloren. Hoe moest cybersecurity nu op een hoger plan komen? De sleutel was de identiteit van de medewerkers en niet langer de veilige kantooromgeving. Hij koos voor een moderne oplossing voor identity management – ook in de cloud – om het medewerkers makkelijk te maken in te loggen. Bovendien wilde hij zijn toch al flink belaste IT- en HR-collega’s niet opzadelen met administratief werk voor het op- en afvoeren van medewerkergegevens.

Cloudgebaseerde security services, zoals voor incident response, testing, information & event management en vulnerability management hielpen de cybersecurity-functie op een hoger plan te brengen. Het zou bovendien geen overbodige luxe zijn om alle in gebruik zijnde endpoints goed in de gaten te houden en indien nodig te kunnen uitschakelen. Gelukkig was hier ook een prima oplossing voor te vinden, die flink meer endpoints wist te traceren dan er officieel in gebruik waren. Verbazend hoe snel het allemaal ging, nu het bedrijf eenmaal verlost was van de verouderde infrastructuur.

Campagne

De modernisering van de IT-infrastructuur zat er nu voorlopig op. Er zou altijd werk aan de winkel blijven, maar voor nu was het even pas op de plaats.

Op initiatief van de CMO, die zich als een ware CDO ontpopte, was veel energie in de ontwikkeling van een datalake gestoken. Een eerste poging tot ontwikkeling van een digitale dienst bij een van de bestaande producten mislukte. De tweede poging leek te gaan lukken. Gelukkig kon het experimenteren dankzij de keuze voor cloud vlot verlopen, tegen niet al te hoge kosten. De benodigde IT-services konden simpelweg aan- en uitgezet worden.

Een week later kondigde de CMO in de directievergadering een grote campagne rond een nieuwe app aan. Die ging naar verwachting leiden tot sterk stijgend bezoek aan de website en inzet van enkele tientallen extra thuiswerkers. Voor het eerst kon de CIO aangeven dat dit geen probleem zou zijn.

Hyperflexibiliteit

Deze fictieve case maakt de uitdaging aanschouwelijk, maar een echte case maakt het scenario realistischer. Ook een bedrijf als Philips zag zich genoodzaakt een flinke modernisering van de infrastructuur in te zetten. Deze fictieve case is zelfs door het verhaal van Philips geïnspireerd.

Hans Koolen, de toenmalige Sr. Director Commercial IT / Tech Innovation bij Philips IT, gaf in een interview met IT Executive aan waarom modernisering nodig is:

“‘Hyperflexibiliteit’ is het eerste dat in me opkomt. Het is een vereiste voor alle bedrijven geworden, digital native of niet. In de tech-sector is dat al langer het geval en hebben we zelfs een methodologie ontwikkeld om agile flexibel te kunnen zijn. Digital natives hebben het voordeel dat dit vermogen in hun DNA zit. Zij kunnen bijvoorbeeld op ieder moment van de dag hun cashflow-positie bepalen, desnoods per land of per product. Een groot bedrijf, maar ook menig klein bedrijf, doet daar veel langer over. Ik denk dat flexibiliteit ook steeds meer een concurrentiemiddel wordt. Je kunt concurreren op product, op prijs en steeds vaker ook op flexibiliteit.”

Dit onderstreept nog maar eens hoe belangrijk het is de digitale infrastructuur niet te laten verouderen, daarmee aan wendbaarheid in te boeten en uiteindelijk de license to operate te verliezen.

Gerelateerde artikelen

Een derde grote organisaties innoveert uit lijfsbehoud

Een derde grote organisaties innoveert uit lijfsbehoud

Een derde van grote Nederlandse organisaties innoveert vooral uit angst overbodig te worden. Twee op de vijf bedrijven verwachten dat hun businessmodel een sterke verandering zal ondergaan in de komende twee tot vijf jaar. Ook zal volgens bijna de helft (45%) van de bedrijven de organisatiestructuur in hetzelfde tijdbestek mee veranderen.

Jeroen van Glabbeek (CM.com): ‘Ons bedrijf ís technologie’

Jeroen van Glabbeek (CM.com): ‘Ons bedrijf ís technologie’

CM.com vindt steeds weer nieuwe praktijktoepassingen voor de technologie die het ontwikkelt. De grote opgave is om de oplossingen zó in te zetten dat deze ook echt een bijdrage leveren aan de maatschappij, aldus CEO Jeroen van Glabbeek, met zijn bedrijf genomineerd voor de Tech Hero Award.