Betere connectiviteit, lagere latency, betere security en datagedreven inzichten. Dat zijn de zaken die het meest in trek waren tijdens de pandemie. Bijgevolg is de interesse in cloud, ‘as-a-service’-oplossingen, edge computing, applicatiebeveiliging en oplossingen voor applicatielevering toegenomen. Daarop duidt onderzoek in opdracht van F5.

Het onderzoek, vastgelegd in het State of Application Strategy-rapport, dat nu voor het zevende jaar uitkomt, duidt erop dat ontwikkelingen uit eerder onderzoek, die normaal gesproken nog zo’n tien jaar zouden hebben geduurd, het afgelopen jaar al hebben plaatsgevonden.

Modernisering applicaties en AI in de versnelling

De snel stijgende acceptatiegraad van AI en machine learning geeft een goede indicatie over de fase waarin de digitale transformatie bij organisaties zit. Er bestaat een toegenomen focus op automatisering van bedrijfsprocessen en aansturing en digitale workflows, waarbij ongelijksoortige applicaties worden samengevoegd voor naadloze digitale ervaringen. Hetzelfde doel wordt bereikt door het gebruik van API’s.

Meer dan de helft van de respondenten meldde dat zij infrastructuur nu als code behandelen. Organisaties die deze aanpak gebruiken, hebben twee keer zoveel kans om nieuwe apps te implementeren, zelfs als ze automatisering gebruiken. Ze hebben ook vier keer meer kans op volledig geautomatiseerde applicatie-pipelines en tweemaal zoveel kans dat meer dan de helft van hun applicatie-portfolio’s wordt geïmplementeerd met volledig geautomatiseerde pipelines.

Bovendien gebruikte tweederde minstens twee methoden om moderne workloads te creëren. Van de respondenten die beweerden slechts één methode te gebruiken, zei 44 procent dat ze moderne interfaces mogelijk maakten, hetzij via API’s, hetzij via componenten zoals containers. Slechts 11 procent, voornamelijk technologie-organisaties, is uitsluitend bezig met het herstructureren van de code van applicaties.

“Veel meer organisaties dan ooit hebben applicaties gemoderniseerd en dichter bij de gebruiker gebracht – inclusief de bijbehorende security en delivery support-services. Voeg daar het gebruik van edge computing aan toe, en we beginnen een ongelooflijk momentum te zien voor de opkomst van echt adaptieve applicaties die kunnen groeien, krimpen, beschermen en zichzelf kunnen genezen op basis van de omgeving waarin ze zich bevinden en hoe ze worden gebruikt”, zegt Lori MacVittie, principal technical evangelist bij F5.

Architectuurtrends en verschuivingen

De overgrote meerderheid van organisaties zal zowel traditionele als moderne applicaties en architecturen blijven beheren. Bijna de helft van alle organisaties – 30 procent meer dan vorig jaar – stelt dat ze ten minste vijf verschillende architecturen beheren.

Volgens bijna de helft van de respondenten was de pandemie de belangrijkste factor bij het versnellen van de overgang naar cloud en SaaS. Meer dan tweederde van de respondenten host nu ten minste een deel van hun applicatiebeveiliging en delivery-technologieën in de cloud. Tegelijkertijd proberen organisaties de architectonische complexiteit aan te pakken die het gevolg is van het toevoegen van SaaS- en edge-oplossingen, het onderhouden van on-premise en multi-cloudomgevingen en het moderniseren van applicaties.

Vier op de vijf respondenten stellen dat applicatiebeveiliging en delivery-oplossingen cruciaal zijn in klantervaring en SLA’s. De respondenten wezen SaaS-gebaseerde beveiliging aan als de belangrijkste strategische focus van organisaties in de komende twee tot vijf jaar.

Edge-computing

Driekwart van de ondervraagde organisaties zegt dat ze initiatieven voor edge computing hebben ondernomen of actief plannen, met het oog op verbeteren van de prestaties van applicaties en het verzamelen van gegevens. Bijna vier op de tien participanten in het onderzoek denken dat edge computing de komende jaren strategisch belangrijk zal zijn, en 15 procent host nu al applicatiebeveiliging en delivery-technologie aan de rand van het netwerk.

“Cloud-datacenters ondersteunen weliswaar brede toegang, maar zijn slechts iets meer gedistribueerd dan datacenters op locatie”, zegt MacVittie. “Met de edge kunnen organisaties applicaties dichter bij gebruikers brengen. In veel opzichten is de edge slechts de volgende stap naar buiten in een groeiend universum van gedistribueerde applicaties, met voor- en nadelen in lijn met die van multi-cloudstrategieën. Data-analyse vormt een belangrijke use-case bij de edge, die de inzichten mogelijk maakt die nodig zijn voor digitale transformatie-initiatieven.”

Gebrek aan data-inzicht en -vaardigheden

Meer dan de helft van de respondenten gelooft dat ze al over de tools beschikken die ze nodig hebben om te rapporteren over de status van belangrijke applicaties. Toch zegt de overgrote meerderheid (95 procent) dat ze inzichten missen in hun bestaande monitoring- en analyse-oplossingen.

De verzamelde gegevens worden voornamelijk gebruikt voor het oplossen van problemen, gevolgd door vroege waarschuwingen over prestatieproblemen. Slechts 12 procent stuurt de gegevens terug naar de bedrijfseenheden, terwijl minder dan een kwart van de organisaties gegevens en inzichten gebruikt om te kijken naar mogelijk prestatieverlies. Wel meet bijna tweederde de prestaties in termen van responstijd om apps te moderniseren.

“Alleen organisaties met de juiste combinatie van inzicht en automatisering zullen in staat zijn om de overweldigende hoeveelheid data te doorzoeken en mogelijke problemen met beschikbaarheid en prestaties te herkennen voordat deze zich voordoen, en snel genoeg te handelen om ze te voorkomen”, zegt MacVittie.

“Tot die tijd zullen vele organisaties niet ten volle kunnen profiteren van hun vooruitgang op het gebied van digitale transformatie of extra snelheid kunnen genereren voor op AI gebaseerde bedrijven. Uiteindelijk vereist dit een applicatiestrategie die applicatiebeveiliging en delivery omvat die de apps volgen, zelfs nu de implementaties zich blijven verspreiden over meerdere omgevingen die dichter bij gebruikers en aan de edge zijn gepositioneerd.”

Over het onderzoek

Het SOAS-rapport bevat bijdragen van 1.500 respondenten uit een grote selectie aan sectoren, organisatiegroottes en functies.