Pleidooi voor een bewindspersoon ‘Digitale Zaken’

Redactie

19 maart 2024

Om de deelnemers aan de kabinetsformatie over ‘digitalisering van de rijksoverheid’ voor te lichten, zijn er op deze plaats eerder twee open brieven gepubliceerd. De eerste was bedoeld voor informateur Ronald Plasterk. Deze antwoordde dat er voor het onderwerp geen ruimte was in zijn agenda. In de tweede brief werd benadrukt dat doorzettingsmacht, niet polderen, cruciaal is voor een succesvolle digitalisering van de rijksoverheid. Met onderstaande derde open brief willen Daan Rijsenbrij en Perry van der Weyden licht laten schijnen op het belang van een bewindspersoon ‘Digitale Zaken’ en de inhoud van deze voor de digitalisering van de rijksoverheid zo cruciale positie.

Waarom een bewindspersoon?

‘IT’ is allang geen bijzonderheid meer in overheidsland. De snelle ontwikkeling van digitalisering en dataficatie hebben, mede door de opkomst van generatieve AI, een behoorlijke impact op de samenleving. Niet voor niets hebben veel landen daarom een minister Digitale Zaken. Het is essentieel dat er een gerichte en gecoördineerde aanpak is zodat de Nederlandse overheid optimaal profiteert van de kansen die digitalisering biedt en tegelijkertijd de bijbehorende uitdagingen kan aanpakken.

Belangrijke voorwaarde is dat deze minister doorzettingsmacht heeft. Daarbij kan een analogie worden getrokken met de minister van Financiën. Een dataminister beheert niet de nationale schatkist maar de nationale datakluis. Hij of zij stelt geen Rijksbegroting op maar een Rijksdata-agenda en legt geen verantwoording af in een financieel jaarverslag, maar in een data-jaarverslag (bron: ROB).

Ook benadrukken wij dat de slaagkans van een minister Digitale Zaken voor een belangrijk deel afhankelijk is van de bereidheid bij de rijksoverheid om te veranderen en daar samen aan te werken, zowel binnen als tussen overheidslagen.

Omdat bijna geen enkel onderwerp in de ministerraad zonder IT kan, hoort IT een minister te krijgen

De meerwaarde van een minister is meer beleidsimpact en betere borging van veranderingen met betrekking tot:

  1. De coördinatie van digitale initiatieven. Vanuit een kabinetsbrede digitale strategie ontstaat meer focus en centrale regie m.b.t. digitale initiatieven. Dit voorkomt duplicatie van inspanningen, verhoogt de efficiëntie en draagt bij aan een effectieve digitale transformatie.
  2. Stimuleren van betere (digitale) ervaring van de publieke dienstverlening door slim gebruik te maken van nieuwe technologie en data, geïntegreerde digitale dienstverlening, meer gebruiksgemak, proactieve dienstverlening en efficiëntere processen.
  3. Een inclusieve digitale samenleving. Het vergroten van digitaal bewustzijn en digitale vaardigheden van de samenleving en het ambtelijk apparaat door kaders en toezicht. En het voorzien in alternatieven voor burgers die minder digitaal vaardig zijn.
  4. Een digitale (basis)infrastructuur. Meegaan in de technologische vooruitgang vereist een goede digitale (basis)infrastructuur. De minister kan hiervoor kaders stellen en actief sturen op de realisatie ervan.
  5. Informatieveiligheid en privacybescherming. Het borgen van de informatieveiligheid en privacybescherming van digitale systemen en gegevens, o.a. met richtlijnen en toezicht. En het voldoen aan internationale normen op het gebied van gegevensbescherming.
  6. De digitale transformatie van de overheid. Versterking van de IT-organisatie en -systemen van de overheid en de digitale- en datavolwassenheid van de organisaties versnelt de digitale transformatie.

Minister van of voor?

Een minister Digitale Zaken werd zelfs al in een paar verkiezingsprogramma’s beloofd. Het kabinet in Nederland bestaat uit ‘ministers van’ (met een eigen ministerie), ‘ministers voor’ (inwonend bij een ministerie) en staatssecretarissen (ter ondersteuning van een minister). Staatssecretarissen hebben alleen toegang tot de ministerraad als zij worden uitgenodigd, maar hebben daarbij geen stemrecht. Omdat bijna geen enkel onderwerp in de ministerraad zonder IT kan, hoort IT een minister te krijgen.

Een minister van Digitale Zaken, dus met een eigen ministerie, lijkt op dit moment echter niet wenselijk. Het opzetten van een heel nieuw ministerie kost veel tijd, die er niet is vanwege de huidige IT-problemen bij de rijksoverheid die we met spoed moeten oplossen.

Over blijft dan een minister voor Digitale Zaken, gehuisvest bij het ministerie van Algemene Zaken. Een groot voordeel hiervan is dat de minister op armlengte afstand van de premier werkt.

De bewindspersoon introduceert een IT-hoofdstuk in elk regeringsbesluit, waarin de toegevoegde waarde, kosten, toepassing en risico’s van de digitalisering worden meegenomen

Rol

De ‘digitale’ minister draagt vanaf de start de eindverantwoordelijkheid voor de digitale transformatie van de Nederlandse samenleving, inclusief de rijksoverheid. Deze bewindspersoon introduceert een IT-hoofdstuk in elk regeringsbesluit, waarin de toegevoegde waarde, kosten, toepassing en risico’s van de digitalisering worden meegenomen. Tevens zorgt hij of zij voor de verbetering van de digitale geletterdheid van de andere bewindslieden.

De minister voor Digitale Zaken heeft een cruciale rol in het vormgeven en stimuleren van de digitale transformatie van de Nederlandse samenleving. Hij of zij moet:

  1. Zorgen voor een heldere visie en strategie op het gebied van digitalisering, die aansluit bij de maatschappelijke behoeften, uitdagingen en kansen. De minister introduceert een IT-hoofdstuk in elk regeringsbesluit, waarin de toegevoegde waarde, kosten, toepassing en risico’s van digitalisering worden meegenomen.
  2. Wet- en regelgeving ontwikkelen en implementeren die het gebruik van digitalisering faciliteert en waarborgt. De minister richt zich hierbij op belangrijke thema’s zoals gegevensbescherming, burgerrechten, communicatie en ethiek.
  3. Samenwerking en afstemming bevorderen tussen de verschillende IT-organisaties binnen de overheid. De minister draagt eindverantwoordelijkheid voor het rijksbrede IT-beleid en stimuleert de doorbraak van het standpunt dat elke organisatie haar eigen verantwoordelijkheid draagt voor haar IT.
  4. Nederland in de Europese Unie vertegenwoordigen op het gebied van digitalisering. De minister zorgt ervoor dat Nederland aansluit bij de Europese samenwerking op het gebied van digitale identiteit, opsporing, volgsystemen en andere relevante onderwerpen.

Hoofdtaken

De hoofdtaak van de minister is het creëren van toegevoegde waarde voor de samenleving door middel van digitalisering. De minister doet dit door:

  1. De oplossing van maatschappelijke problemen ondersteunen met behulp van digitale oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van de gezondheidszorg, het onderwijs, cyberveiligheid en duurzaamheid.
  2. Regelgeving te creëren die de ethische, juridische en sociale kaders voor digitalisering vaststelt. De minister zorgt ervoor dat de rechten en belangen van burgers, bedrijven en overheden worden gerespecteerd en beschermd in het digitale domein.
  3. Standaarden te kiezen die de interoperabiliteit, kwaliteit en veiligheid van digitale systemen en diensten garanderen. De minister zorgt ervoor dat er uniforme en betrouwbare standaarden worden gebruikt in sectoren zoals de zorg, bij de belastingdienst en bij gegevensuitwisseling.
  4. Generieke voorzieningen te realiseren voor de overheid die gemeenschappelijke functies vervullen op het gebied van digitalisering. Denk aan gemeentelijke voorzieningen die niet door elke gemeente apart hoeven te worden ontwikkeld, maar centraal worden aangeboden en beheerd.
  5. Legacy-systemen die verouderd, onveilig of inefficiënt zijn te vervangen of te moderniseren. Denk aan DigiD, het systeem voor de omzetbelasting, uitkeringssystemen of andere systemen die niet meer voldoen aan de huidige eisen en verwachtingen. Denk ook aan Open Overheid.

Werkvelden

De ploeg benodigde IT-ambtenaren die de minister bijstaat, moet een grote diversiteit aan competenties hebben op gebieden als:

  • Toekomstverkenning digitale samenleving en digitale overheid.
  • Informatiehuishouding.
  • Digitalisering, in het bijzonder:
    – Bewaken van de digitalisering van de rijksoverheid.
    – Faciliteren van de digitalisering van andere overheidsorganen.
    – Digitalisering van de samenleving.
    – Digitaal ondersteunen van het economisch/logistiek verkeer.
    – Digitalisering van waardeketens tussen de overheidsorganisaties.
    – Digitale veiligheid bij de overheid.
  • Samenwerking met en transparantie voor de burger.
  • Applicatiebouw en -onderhoud.
  • Overall datamanagement.
  • Bewaken van datacommunicatienetwerken.
  • Ontwikkelen van de digitale infrastructuur.
  • Borgen van de cybersecurity.
  • Auditing van de kwaliteit van de digitalisering, de IT-toepassing en het IT-gebruik bij de rijksoverheid.
  • Europese samenwerking op digitaal gebied.

Alle ontwikkelaars en IT-personeel voor beheer moeten worden gecentraliseerd in een intern software house dat onder de minister voor Digitale Zaken wordt geplaatst. In dat software house moeten ook IT-consultants zijn ondergebracht die de gebruikers kunnen helpen bij het gebruik van de software. Door zo’n intern software house kan veel efficiency worden bereikt, waardoor het huidige gebrek aan IT-talent gedeeltelijk kan worden gecompenseerd.

De hoofdtaak van de minister is het creëren van toegevoegde waarde voor de samenleving door middel van digitalisering

Bevoegdheden

Om zijn of haar rol effectief te kunnen vervullen, moet de minister over een aantal bevoegdheden beschikken. Hij of zij moet:

  1. Wetsvoorstellen kunnen doen voor overheidsdigitalisering die de kaders, doelen en middelen voor digitalisering vastleggen.
  2. Besluiten kunnen nemen voor de generieke voorzieningen die de overheid nodig heeft om digitaal te kunnen werken en communiceren (denk aan cybersecurity, standaarden).
  3. Aanwijzingen kunnen geven op het gebied van cyberveiligheid die de bescherming en weerbaarheid van de digitale infrastructuur en informatie waarborgen.

De minister voor Digitale Zaken moet eenzelfde soort rol krijgen als de minister van Financiën. Waar het fout gaat, moet de minister kunnen ingrijpen en budgetten alleen verstrekken als er een IT-project een degelijke architectuur heeft en een haalbaar projectplan binnen de afgesproken tijd en het afgesproken budget. Er worden dus geen IT-budgetten meer verleend aan overheidsorganisaties zelf, dit verloopt via de minister voor Digitale Zaken.

Profiel

Gezien de grote IT-problemen die moeten worden aangepakt, wordt er heel veel gevergd van de kandidaat. Deze moet:

  1. Kennis en ervaring hebben opgedaan in het bedrijfsleven, bekend zijn met de overheid en onafhankelijk en onpartijdig zijn.
  2. Brede kennis hebben van de werkvelden.
  3. Goed kunnen luisteren naar burgers en de Tweede Kamer.
  4. Een krachtige persoonlijkheid hebben.
  5. Goede communicatieve vaardigheden bezitten.
  6. Een nuchtere, zakelijke grondhouding hebben.

Ondersteuning bij opstarten en uitvoering

Doelbewust hebben wij hierboven nogal wat details opgesomd om te laten zien dat het benoemen van een minister voor Digitale Zaken geen sinecure is.

Wij adviseren het volgende:

  1. Er moet een klein team van zeer seniore programmamanagers komen dat zich in de opstartfase als kwartiermakers bezighoudt met het schetsen van plannen van aanpak (roadmaps).
  2. Op korte termijn moet er een compact en krachtig architectenteam (voor de helft bestaande uit mensen uit de overheid zelf), komen om toekomstverkenningen op te starten en te begeleiden. Naast creatieve architecten, die nuchter en zakelijk te werk moeten gaan met gevoel voor de menselijke maat en een optimale gebruiksbeleving, horen er in het team ook IT-ingenieurs (voor de bouwbaarheid) en security experts (voor de beveiligbaarheid) te zitten.
  3. Er moet een communicatie-team komen dat een bewustwordingscampagne start over de rol en de noodzaak van de IT bij de overheid, ten behoeve van de overheid zelf, de politiek en de burgers.
  4. Ook moet er een team van externen komen dat helpt de vormgeving van de ministeriële werkvelden nader te omschrijven.
  5. Op zeer korte termijn moet er een visie komen over de digitale toekomst van de overheid. Er moet een duidelijk beeld (architectuurschets) komen waarin staat wat de overheid wil bereiken binnen drie en over tien jaar – streefdoelen op de horizon. Daarbij moet de gewenste digitale overheid worden bekeken vanuit de digitale samenleving die de burgers wensen. Digitale architecturen zijn een stuurinstrument bij dit digitaliseringsproces.

Speerpunten

Bij de overheid zijn twee parallelle veranderingen nodig: de verdere digitalisering van het IT-landschap en – nog belangrijker – het mogelijk maken van de ‘zelfsturing’ op uitvoerend niveau om de eigen gewenste én noodzakelijke informatiehuishouding te benoemen, te beschrijven en uiteindelijk ook te realiseren. Dit kan alleen als eigenaarschap wordt genomen over data en daarmee data-doelbinding.

Speerpunten voor het (eerste) halfjaar zijn:

  1. Formuleren van de minimale ‘digital mindset’ door en voor de bestuurlijke top.
  2. Met een aantal mondige ambtenaren per organisatie of departement vaststellen van de top drie van uitdagingen op de korte termijn, onderschreven door die bestuurlijke top.
  3. Hiervoor ruwe architectuurschetsen maken, begrijpelijk voor zowel de bestuurders, de gebruikers, het management en de directie. Zorg voor open communicatie opdat ook de burgers begrijpen waar hun overheid mee bezig is.
  4. De weg naar een datacentrische werkwijze uitstippelen en borgen.
  5. Formuleren van transformatiescenario’s met advies over het voorkeurscenario.
  6. Formuleren van de besturing (governance, werkwijze en organisatie) van de transformatie.
  7. Het vergroten van de digitale geletterdheid van alle medewerkers.
  8. Het verzakelijken van de cybersecurity.

De minister voor Digitale Zaken moet eenzelfde soort rol krijgen als de minister van Financiën

Obstakels

Het allergrootste probleem bij de rijksoverheid is dat er geen integraal beeld bestaat op grond waarvan professioneel kan worden gedigitaliseerd. Eigenlijk zou er een nulmeting moeten komen voor alle overheidsorganisaties.

Enkele andere uit de weg te ruimen obstakels:

  • De digitale geletterdheid bij de rijksoverheid, met name aan de top van veel ministeries en uitvoeringorganisaties, is veel te laag. Bij de persoonlijke gesprekken van de nieuwe premier met voorgedragen bewindslieden zou ook moeten worden gevraagd hoe het met de digitale geletterdheid van kandidaten is gesteld.
  • Het opdrachtsmanagement binnen de overheid op IT-gebied is onvoldoende nuchter en onvoldoende zakelijk, met name de vraagarticulatie.
  • Veel IT-documentatie bij de overheid is te uitvoerig, saai, weinig relevant en te tekstueel georiënteerd. Dit past niet in de dynamiek van het digitale tijdperk.

Tot slot

De Nederlandse overheid heeft een standvastige minister voor Digitale Zaken nodig met doorzettingsmacht en een nuchtere, zakelijke grondhouding om te zorgen dat binnen vijf jaar de overheid hetzelfde volwassenheidsniveau in IT en digitalisering bereikt als de financiële sector in Nederland. We zijn ingegaan op de inhoud van de rol, de taken en werkvelden, bevoegdheden en het profiel van een minister. Cruciaal voor succes is een korte periode van kwartiermaken van drie maanden om de trein met een aantal vakbekwame deskundigen op de rails te krijgen.

Daan Rijsenbrij is tweevoudig oud-hoogleraar IT en Perry van der Weyden is voormalig CIO van Rijkswaterstaat.

Gerelateerde artikelen

Voor overheids-IT is doorzettingsmacht nodig

Voor overheids-IT is doorzettingsmacht nodig

Voor elk probleem dat ter tafel komt in de kabinetsformatie, is zorgvuldig ontworpen IT nodig. Omdat deze IT zo essentieel is voor onze toekomst, betogen Daan Rijsenbrij, Rob Beijleveld en Felix Speulman om direct bij de portefeuilleverdeling van de nieuwe bewindslieden rekening te houden met het IT-probleem van de rijksoverheid.

Geachte (in)formateur, neem het IT-probleemdossier mee!

Geachte (in)formateur, neem het IT-probleemdossier mee!

Als architectuur-auditor en betrokken burger pleit Daan Rijsenbrij nadrukkelijk voor het uitnodigen van IT-onderlegde burgers in de oriëntatiefase van de kabinetsformatie. In een tijd van een ‘open overheid’ zou dat volgens hem een goede aanvulling zijn op uitgenodigde vertegenwoordigers van IT-leveranciers, zo stelt hij in een open brief aan de formateur.

Naar een moderne i-overheid

Naar een moderne i-overheid

Digitalisering gaat snel, ook bij de overheid. Er zijn twee parallelle veranderingsprocessen: de digitalisering van de uitvoerende processen zelf, inclusief informatiehuishouding en besturingsmodellen, en de modernisering van ICT-voorzieningen. Daan Rijsenbrij en Hans Timmerman over de problemen en doelen van een moderne informatievoorziening bij de overheid.