Geachte (in)formateur, neem het IT-probleemdossier mee!

Als gerenommeerd architectuur-auditor en betrokken burger pleit Daan Rijsenbrij nadrukkelijk voor het uitnodigen van IT-onderlegde burgers in de oriëntatiefase van de kabinetsformatie. In een tijd van een ‘open overheid’ zou dat volgens hem een goede aanvulling zijn op de bij de vorige formatie uitgenodigde vertegenwoordigers van IT-leveranciers, zo stelt hij in een open brief gericht aan de informateur.

Aanleiding

Op 10 oktober 2023 schreven Onno Eric Blom en Alexander Klöpping in de NRC dat het zo niet langer kan doorgaan met de IT-incompetentie bij de overheid. Zij stelden dat het wanbeleid op IT-gebied (inclusief digitalisering) een hoop ellende oplevert. Daarom moet de IT van de overheid volgens hen voor de politiek een cruciaal thema worden. Het roer moet radicaal om, voordat het schip dreigt te zinken. IT moet volgens hen hoog op de agenda staan bij de komende formatie. IT is per slot van rekening een kerncompetentie van de overheid, en wordt de komende decennia alleen maar belangrijker.

Inmiddels is het drie weken na de verkiezingen. Uit een analyse van de verkiezingsprogramma’s door Hans Timmerman en mijzelf kwamen slechts enkele politieke partijen naar voren met enige aandacht voor de overheids-IT: NSC, Volt, BBB en VVD. Bij een analyse van de kandidatenlijsten kwam ik uit op vier serieuze kandidaten, waarvan er slechts één op een verkiesbare plaats stond: Isa Kahraman op plaats 18 bij NSC. Zit hij straks alleen in de Tweede Kamercommissie Digitale Zaken of worden er nog wat vlotte en/of gewichtige babbelaars toegevoegd? Het is overduidelijk dat de politiek geen enkele interesse heeft in IT. In de verkiezingen is het geen sexy onderwerp, voor de tijd daarna is IT een grotendeels verzwegen hoofdpijndossier.

Conclusie: IT is de grote verliezer van de verkiezingen. Onze hoop is gevestigd op (in)formateurs die wel de noodzaak zien om de IT van de overheid significant te verbeteren.

Net als de twee schrijvers in de NRC vind ook ik dat de politiek wakker moet worden. Zo vraag ik samen met enkele IT-onderlegde burgers al vanaf 2019 aandacht via publicaties op IT-Executive. De overheid gaat steeds meer gebukt onder het achterstallig onderhoud, dat zij zelf heeft laten ontstaan. Nieuwe wet- en regelgeving en wijzigingsvoorstellen door de Tweede Kamer kunnen nauwelijks worden ingevoerd en de ineffectiviteit en inefficiëntie bij de overheid kunnen door het gebrek aan wendbaarheid van de bestaande IT niet worden verbeterd.

Ik ben het met Blom en Klöpping eens dat de fundamenten moeten worden gerenoveerd, anders blijft het bij symptoombestrijding. Vergelijk het met een huis dat te krap is geworden, waardoor er op heel veel plaatsen erkers en dakkappellen worden geplaatst, totdat het er uiteindelijk foeilelijk uitziet en dreigt te bezwijken onder het toegenomen gewicht.

Basale IT-problemen

Er zijn vier basale IT-problemen bij de overheid:

1. Er is een lage digitale geletterdheid bij de overheid en in de politiek. Bewindslieden en de hoogste leidinggevenden van overheidsorganen moeten in het digitale tijdperk een voorbeeld zijn van modern functioneren.

2. De overheid heeft nu al onvoldoende IT-talent. De digitalisering, die bij de overheid nog nauwelijks op gang gekomen is, vergt tijdelijk heel veel extra IT’ers en een andere werkwijze.

3. Het opdrachtsmanagement voor IT-trajecten is vaak veel te zwak. Hierdoor nemen externe leveranciers en grote adviesbureaus impliciet de regie over.

4. Er bestaat een continue stroom van verandervoorstellen uit de Tweede Kamer op wet- en regelgeving. Dat is het legitieme recht van de volksvertegenwoordiging. Maar de IT van de overheid is daarvoor onvoldoende wendbaar.

Organisatorische ingreep

De overheid blijft qua organisatiestructuur en managementstijl hangen in de oude wereld, terwijl buiten de digitale wereld oprukt. De overheid hoort zich naar buiten te richten, daar zitten immers de burgers.

Data- en communicatienetwerken en datacenters zijn nutsvoorzieningen; zij zouden onder controle van de overheid moeten komen. Digitale netwerken zouden eigendom van de overheid moeten worden, verrijkt met digitale services (eventueel uit de private sector).

Het functioneren van de overheid moet begrijpelijk en transparant zijn. Combinatie, aggregatie en rapportage van data moet eenvoudig en transparant gebeuren, zodat burgers, bedrijven, de Tweede Kamer en het kabinet weten hoe het overheidsapparaat functioneert.

Het is tijd voor een minister voor Digitale Zaken, gehuisvest bij het ministerie van Algemene Zaken, met drie taken:

1. Het faciliteren van de digitalisering van alle overheidsorganen.

2. De digitalisering van de samenleving (digitale samenhang).

3. Het digitaal ondersteunen van het economisch/logistiek verkeer.

De huidige afdeling ‘CIO Rijk’ moet onder de genoemde bewindspersoon vallen en naar Algemene Zaken verhuizen. Naast de minister voor Digitale Zaken past een ‘Digitale Rijksbouwmeester’: een opper-architect die borgt dat de burger op een uniforme, eenvoudige en aantrekkelijke wijze met de digitale overheid kan omgaan.

Het opdrachtsmanagement moet op een nuchtere en zakelijke manier worden aangepakt, met een duidelijke vraagarticulatie. Bij grote IT-gerelateerde veranderingen moet publiekelijk duidelijk zijn wie de opdrachtgever, de architect en de opdrachtnemers zijn.

De hoogste bestuurder van een overheidsorgaan moet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de digitale geletterdheid, de digitalisering en de cybersecurity van zijn of haar organisatie.

Toekomst gedigitaliseerde overheid

De overheid is er voor de burgers. De dienstverlening op uitvoerend niveau wordt daarom vanuit hun behoefte ontworpen.

De burger heeft het recht op een geïntegreerd beeld dat de overheid van hem of haar heeft. De overheid moet burgers dus inzagerecht, correctierecht en gebruiksrecht van de aanwezige gegevens bieden. Er moet een einde komen aan de bevoogding door de overheid – het idee dat (alleen) zij weet wat goed is voor de burger om te weten.

“Nederland kan niet zonder digitalisering. Ik hoop dat dit besef doorbreekt bij de politiek.”

Het streefdoel voor de overheid moet zijn: een intelligente organisatie opererend in een intelligente omgeving. ‘Intelligent’ betekent hier een geavanceerde informatiepositie, ondersteund door AI. Dat vergt een duidelijk beeld van de digitale overheid.

De overheid moet een platte organisatiestructuur hebben, bestaande uit een netwerk van samenwerkende ambtenaren die via digitale werkruimtes een dienst of een product kunnen leveren. Overheidsorganisaties werken samen, waardoor de burger slechts één loket ervaart. Alle documenten moeten volledig gedigitaliseerd zijn.

Daarbij gaan we uit van een wereld waarbij iedere burger de infrastructuur, data en digitale services krijgt om optimaal te kunnen functioneren en zich te ontplooien.

Noodzakelijke besluiten bij de formatie

Tijdens de formatie moeten enkele noodzakelijke besluiten genomen worden:

1. Er moet een bewustwordingscampagne komen over de rol en de noodzaak van de IT van de overheid, ten behoeve van de overheid en de politiek zelf.

2. Er moeten zo snel mogelijk cursussen in digitale geletterdheid komen voor ambtenaren en politici. Dit zou kunnen worden geregeld door RADIO (Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid).

3. Per direct moet een concreet renovatieprogramma starten om overjarige, slecht functionerende IT-systemen te vervangen.

4. Wet- en regelgevingen moeten, voordat zij ter goedkeuring aan de Tweede Kamer worden voorgelegd, geanalyseerd worden om te weten of de benodigde IT te bouwen en onderhouden is. Daarbij moet de naam van de digitale architect bekend worden die verantwoordelijk is voor die analyse.

5. Op zeer korte termijn moet er een visie komen over de digitale toekomst van de overheid. Er moet een duidelijk beeld (architectuurschets) komen waarin staat wat de overheid wil bereiken binnen drie jaar en over tien jaar – het streefdoel op de horizon. Daarbij moet de gewenste digitale overheid worden bekeken vanuit de digitale samenleving die burgers wensen. Digitale architecturen zijn een stuurinstrument bij dit digitaliseringsproces.

6. Er moet een overheidsbrede datastrategie komen. De datachaos moet worden opgelost door het creëren van dataplatformen. Toegang tot gebruik van data moet met strenge waarborgen omgeven zijn (beveiliging en privacy).

7. Er moet een overheidsbrede strategie voor cybersecurity en privacy komen. Cybersecurity moet een cruciaal aspect van de digitale architectuur worden.

8. Er moet een digitale infrastructuur worden aangelegd, verrijkt met allerlei digitale faciliteiten voor de contacten tussen burgers onderling, groepsvorming, transacties met bedrijven en contacten met de overheid. Als ster in het midden moet een overheidscloud komen waar ambtenaren, burgers en bedrijven gebruik van kunnen maken.

9. Op korte termijn moet er een compact krachtig architectenteam (voor de helft bestaande uit mensen vanuit de overheid zelf) komen om toekomstverkenningen op te starten en te begeleiden. Naast creatieve architecten, die zakelijk en nuchter te werk moeten gaan met gevoel voor de menselijke maat en een optimale gebruiksbeleving, moeten in het team ook IT-ingenieurs (bouwbaarheid) en security experts (beveiligbaarheid) zitten.

10. Een klein team van zeer seniore programmamanagers moet zich in de opstartfase bezighouden met het schetsen van plannen-van-aanpak (roadmaps).

Nederland kan niet zonder digitalisering. Ik hoop dat dit besef doorbreekt bij de politiek.



Enkele relevante publicaties van de auteur

Voor discussies over deze onderwerpen, zie mijn LinkedIn.

Daan Rijsenbrij is ruim 50 jaar intensief bezig met IT. Hij is gepromoveerd in de theoretische natuurkunde. Vervolgens heeft hij 32 jaar bij een internationaal IT-bedrijf gewerkt in een veelheid aan verschillende rollen. Hij was tevens tweemaal hoogleraar IT. Zijn huidige aandachtsgebieden zijn digitalisering en digitale architectuur. Als meedenkend burger heeft hij een oprechte belangstelling voor de IT-ontwikkeling van de overheid.

Gerelateerde artikelen

Pleidooi voor een bewindspersoon ‘Digitale Zaken’

Pleidooi voor een bewindspersoon ‘Digitale Zaken’

Om de deelnemers aan de kabinetsformatie over ‘digitalisering van de rijksoverheid’ voor te lichten, zijn er op deze plaats eerder twee open brieven gepubliceerd. De eerste was bedoeld voor informateur Ronald Plasterk. Deze antwoordde dat er voor het onderwerp geen...

Voor overheids-IT is doorzettingsmacht nodig

Voor overheids-IT is doorzettingsmacht nodig

Voor elk probleem dat ter tafel komt in de kabinetsformatie, is zorgvuldig ontworpen IT nodig. Omdat deze IT zo essentieel is voor onze toekomst, betogen Daan Rijsenbrij, Rob Beijleveld en Felix Speulman om direct bij de portefeuilleverdeling van de nieuwe bewindslieden rekening te houden met het IT-probleem van de rijksoverheid.

Naar een moderne i-overheid

Naar een moderne i-overheid

Digitalisering gaat snel, ook bij de overheid. Er zijn twee parallelle veranderingsprocessen: de digitalisering van de uitvoerende processen zelf, inclusief informatiehuishouding en besturingsmodellen, en de modernisering van ICT-voorzieningen. Daan Rijsenbrij en Hans Timmerman over de problemen en doelen van een moderne informatievoorziening bij de overheid.