Op een moment dat leidende personages in Silicon Valley overlappen met een regering geleid door een president die zijn autoritaire en corrupte plannen niet onder stoelen of banken steekt, is het tijd voor groot alarm. Want onze democratie en ons vermogen om onze samenleving en economie te vernieuwen, te innoveren, en te verduurzamen worden hierdoor direct getroffen.
Des te onbegrijpelijker is het dat velen, net als acht jaar geleden, een afwachtende houding aannemen.
We staan er als Europa al niet al te best voor, maar leunen voor technologische innovaties veel te zwaar op Amerikaanse bedrijven, om over onze militaire afhankelijkheid nog maar te zwijgen. En big tech krijgt nu de wind niet meer van voren, maar vol in de rug. Daarmee is de strijd van de Europese Commissie tegen bijvoorbeeld de invloed van sociale-mediabedrijven op ons publieke discours opeens een stuk onoverzichtelijker geworden.
In Nederland denken we graag dat de soep niet zo heet zal worden gegeten. Zo kwam ING eind vorig jaar met de uitkomsten van een enquête waaruit bleek dat een grote meerderheid van CEO’s van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven positief gestemd is over de nieuwe regering in de VS, of op zijn minst goede verwachtingen heeft van het toekomstige economische klimaat:
Een grote meerderheid (78%) is (zeer) optimistisch over de gevolgen van het nieuwe presidentschap van Trump voor hun bedrijf en 74% zegt dat dit (zeer) gunstig zal zijn voor Nederland.
Dat in allerlei Amerikaanse boardrooms snel na de uitkomst van de verkiezingsuitslag het grote normaliseren van het abnormale is begonnen, verbaast niet echt. CEO’s moeten nu eenmaal doen wat het beste is voor hun bedrijf, en dat is meestal: meebuigen met de macht, ook al beroept die zich op een veel te groot mandaat en lijkt hij vooral gedreven door haat, wraak en hebzucht.
Een grote meerderheid van CEO’s van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven is positief gestemd over de nieuwe regering in de VS, of heeft op zijn minst goede verwachtingen van het toekomstige economische klimaat.
Daarom vraag ik me af of die Nederlandse bestuurders misschien alleen de Wall Street Journal lezen, want terughoudendheid, en vooruit, voor de dapperen een tegengeluid, lijkt opportuun. Dat konden Bezos en Zuckerberg zich klaarblijkelijk niet permitteren, want ze zijn wel heel snel bekeerd. Geen goede strategie om te winnen, tenzij je, geheel in de geest van de nieuwe machthebber, puur transactioneel in de wedstrijd zit.
Vandaar misschien de positieve stemming in Nederlandse boardrooms. Wij zijn immers altijd bereid het spel mee te spelen. Er lijkt echter weinig ruimte voor een win-win onder een leider die vooral gelooft in zero sum. Denken die bestuurders dat het ook dit keer allemaal wel los zal lopen? De tekenen zijn er niet naar, met een regeringsploeg die vooral is geselecteerd op uiterlijke kemerken en het vermogen de nieuwe president naar de mond te praten. De potentiële gevolgen van zo veel incompetentie in één kabinet ontgaat een minderheid van bestuurders overigens niet, want, zo vervolgt het bericht:
De zorgen die [de CEO’s] hebben over [Trumps] winst zijn de grotere kans op een handelsoorlog (28%), de mogelijk stijgende inflatie en hogere rente (27%) en de impact op de euro-dollarkoers en stijgende grondstofprijzen door een hogere dollar (24%).
Maar dan komt de aap uit de mouw:
Op de laatste plaats wordt pas de zorg op lagere afzet- en omzetcijfers genoemd (10%).
De verwoording doet doorschemeren dat dit ook de onderzoekers heeft verbaasd. De bottom line komt dus nauwelijks in gevaar, denkt de grote meerderheid, en dat verklaart veel. Afzet, omzet en de daarmee sterk correlerende beurswaarde zijn alles, alle andere waarden waar grote bedrijven het afgelopen decennium in hebben gegrossierd, zijn franje.
Maar ik wil onze CEO’s niet op een hoop gooien met de tech bros die de handdoek in de ring hebben gegooid en preventief op de knieën zijn gegaan voor de nieuwe macht, en daarbij doen alsof ze de wijsheid in pacht hebben. Deze mannen mogen in financiële termen extreem succesvol zijn, ze handelen braaf naar de bevindingen van de sociaal-psychologen Dunning en Kruger. Uit het feit dat je tot de superrijken behoort, volgt geenszins dat je iets kunt bijdragen aan kennisterreinen die niets van doen hebben met wat jou succesvol heeft gemaakt.
Zo kunnen ideeën dat de Westere democratieën ‘uitgeput’ zijn postvatten, en wordt het idee dat de mensheid beter gediend is met autoritaire systemen salonfähig. Oprecht historisch inzicht is zinloos, want daarbij moet je alle kanten van een zaak in ogenschouw nemen. Liever kijk je dus naar de toekomst, want daar zie je alleen maar kansen. Kansen om de wereld naar jouw hand te zetten, wel te verstaan. Maar tegelijkertijd ben je een voorstander van een terugkeer naar negentiende-eeuwse deugden, want we zijn immers decadent geworden.
Deze lieden missen intellectuele scherpte, hun wereldbeeld is van een ondraaglijke leegheid. Trump gebruikt hen – en zij hem – zolang hij zijn ego kan blijven opblazen met nieuwe deals, een groeiend vermogen en ze blijven doen alsof ze op hem willen lijken.
Zoals de baas van Meta, die meent dat het tij met deze laatste verkiezingen duidelijk gekeerd is en we wel wat “aggressieve mannelijkheid” kunnen gebruiken. We moeten allemaal data-driven handelen, maar na een toch betrekkelijk nipte verkiezingswinst, die notabene behaald is door algoritmen op sociale media en ‘nieuwsorganisaties’ die de kunst van selectief winkelen en projectie hebben geperfectioneerd, staat de samenleving volgens hem niet meer achter afgewogen moderatie en wat hij ‘censuur’ noemt. Eerder, voor het valse nieuws de overhand kreeg, was die instemming er klaarblijkelijk wel. (Saillant: zijn bedrijf zou tijdens de pandemie “aggressief” zijn benaderd door regeringsambtenaren vanwege valse informatieverspreiding.)
Misschien is dit geen representatief voorbeeld. Maar Zuckerbergs draai is niet los te zien van een modeverschijnsel dat tegen alles ingaat dat menslievend is. En een hele trits bedrijven doet nu opeens of duurzaamheid, inclusie en diversiteit er niet meer toe doen, terwijl keer op keer is bewezen dat zij tot beter functionerende organisaties leiden die bovendien meer winst maken. Je zou meer leiderschap wensen van mensen die weinig tot niets te verliezen hebben. Hun knieval is misschien ook grotendeels voor de bühne, maar dat maakt het er niet beter op.
Het was al hoog tijd dat Europa wakker werd, omdat we op vele terreinen veel te afhankelijk zijn van de VS. Juist daarom is het zaak om het huidige ondernemingsklimaat aldaar selectief te emuleren.
Terug naar Europa. Een verzachtende omstandigheid voor Europese bestuurders is dat ze traditioneel opkijken naar het ondernemingsklimaat in de VS, omdat veel dingen daar nu eenmaal gemakkelijker zijn. Zeker voor startups. Het is eenvoudiger aan talent en aan financiering te komen. De R&D ligt op een hoger niveau. De arbeidsproductiviteit is er de afgelopen drie decennia aanzienlijk meer toegenomen dan in de EU. Er is minder regeldruk, zeker als je niet in fysieke producten handelt. De Amerikaanse markt is groot en linguïstisch betrekkelijk homogeen: met twee talen bereik je het overgrote deel van de bevolking. Ook zijn Amerikanen ideale consumenten, die zich braaf gedragen naar alle Amerikaanse marketinglessen die ook wij de afgelopen decennia hebben geleerd. Ze zijn dus gemakkelijk te overtuigen als je een goed verhaal hebt. De VS gelden in heel de wereld nog steeds als het walhalla om zaken te doen.
De vraag is alleen: hoe lang nog?
In tegenstelling tot een startup, is een autoritair regime betrekkelijk snel opgeschaald, omdat zij de infrastructuur van zijn voorganger misbruikt en gewetensvolle medewerkers en managers het leven onmogelijk maakt, waardoor die vanzelf opstappen.
Een startup die geen overtuigend product neerzet is zo weer vergeten. Maar een autoritair regime wordt vroeg of laat een monopolistische incumbent die stopt met toegevoegde waarde leveren. Zo’n regime verdwijnt niet vanzelf, zeker niet als de regeringspartij het persoonlijke eigendom is geworden van de president die in het zadel wordt gehouden door oligarchen en ondersteund door ruggengraatloze jaknikkers.
Deze omstandigheden zijn geen goede voedingsbodem voor een kritische uitwisseling van ideeën, onafhankelijk onderzoek, zinvolle innovatie, economische ontwikkeling en duurzame groei. Met andere woorden: de VS gaat eerder vroeger dan later flink zakken op allerlei ranglijsten, en zich aansluiten bij een grote middelmoot van incompetent geregeerde landen waar het met mensenrechten beroerd gesteld is.
Als Europa er qua economische slagkracht en innovatievermogen beter voorstond, zou je er met wat moeite nog de voordelen van kunnen inzien. Relatieve achteruitgang van een concurrerende macht betekent immers relatieve vooruitgang bij ons? Maar zo simpel als in Trumps wereld is de werkelijkheid niet. De wereldeconomie leunt zwaar op wederzijdse afhankelijkheden, en dat ziet de minderheid van de Nederlandse CEO’s uiteraard in. Des te jammer dat ze zo selectief winkelen. Want iedereen die de nieuwe bewoner van het Witte Huis en zijn kliek normaliseert, bagatelliseert de ernst van de situatie. En wie dat doet, zorgt niet voor de nodige sense of urgency.
Het was al hoog tijd dat Europa wakker werd, omdat we op vele terreinen veel te afhankelijk zijn van de VS. Juist daarom is het zaak om het huidige ondernemingsklimaat aldaar selectief te emuleren. De EU vertegenwoordigt een grotere markt met meer consumenten, maar de vele officiële talen zijn een grote belemmering voor bedrijven, beleidsmakers, uitvoerende overheden en onderwijsinstellingen. Dat kan echt anders. Vooral de kwaliteit en de voorspelbaarheid van Europese regelgeving verdienen aandacht.
Juist nu moet de EU zich sterk maken, want een unie waarvan de lidstaten geleid worden door mensen die Trump normaliseren of zelfs adoreren, gaat het nooit redden. En die individuele landen al helemaal niet. We kunnen niet terug naar de negentiende eeuw. We hoeven ook niet zo nodig naar Mars. We hebben wel een veel sterkere techsector en een zelfstandige militaire industrie nodig, evenals gezamenlijke actie voor het behoud van ecosystemen en tegengaan van de gevolgen van klimaatverandering.
Een gunstig ondernemingsklimaat tikt daarbij hard aan. Nationale belangen najagen niet. Wie naar onze huidige nationale leiders kijkt, kan niet anders dan constateren dat er een nieuwe generatie nodig is. Een die niet met mentale landsgrenzen is opgegroeid en die niet selectief winkelt, maar op feiten gebaseerde beslissingen nastreeft.
‘We gaan het zien’ is de verkeerde houding. Europa is veel te afwachtend. Neem zelfstandig initiatieven, leg eisen op, wees zonodig ‘onredelijk’ in onderhandelingen. Een bully heeft net zoveel macht als je hem toedicht.
Beeld: SomeoneElseButMyself via Flickr