‘Den Haag’ lijkt informatietechnologie niet op waarde te schatten. De bij de formatie betrokken partijen lijken zich geen moment over de armzalige toestand van de IT bij de rijksoverheid te hebben gebogen: in de rapporten van de informateurs is hierover niets terug te lezen. Dat is schrikbarend, want alle grote opgaven van onze tijd hebben een IT-component. Politici: word wakker! IT is niet het domein van nerds die niets van bestuurlijke kwesties begrijpen. Het is jullie eigen domein, waar uiteraard wel wat deskundigheid van buiten welkom is. Bij dezen.
Problemen IT rijksoverheid
De huidige IT van de rijksoverheid blijkt de grootste belemmering voor de invoering van nieuw dan wel aangepast beleid. Kijk maar eens: in 2023 werd door de politie en het openbaar ministerie geconstateerd dat hun IT-systemen niet op tijd klaar zullen zijn voor de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Nog een voorbeeld: ruim een jaar geleden werd gemeld dat de rijksoverheid stopt met het Platform Open Overheidsinformatie vanwege IT-problemen. Burgers kunnen het dus voorlopig vergeten dat er echte transparantie vanuit de overheid wordt getoond. En de boosdoener achter de tergend trage oplossing van het toeslagendrama is het gebrek aan een modern, datacentrisch ontwerp. Een laatste voorbeeld: de problemen met de nieuwe Omgevingswet-software zorgen ervoor dat veel gemeenten de wet nog steeds niet kunnen invoeren.
Ik houd mijn hart vast voor de IT-ondersteuning van de energietransitie en een mogelijke invoering van het rekeningrijden.
IT hoort een kerncompetentie van de overheid te zijn, net zoals in de financiële sector. Die kerncompetentie wordt de komende decennia alleen maar belangrijker. Het streefdoel voor de overheid zou moeten worden: een intelligente organisatie opererend in een intelligente omgeving voor intelligente burgers en bedrijven. ‘Intelligent’ betekent hier een geavanceerde informatiepositie, ondersteund door AI. Dat vereist een duidelijke digitale-architectuurschets van de toekomstige digitale overheid.
Nut van digitalisering
Digitalisering is niet meer tegen te houden. Van IT als hulpmiddel naar ‘digitaal als proces’. Van digitale data als snel informatiemiddel, naar digitale data als basis, kern en zelfs ‘geheugen’ van de organisatie. De digitalisering van de rijksoverheid zou de hoogste prioriteit moeten krijgen op de politieke agenda. Zonder digitalisering is het immers haast onmogelijk om haar bestuurscultuur te moderniseren.
De overheid moet een platte organisatiestructuur krijgen, bestaande uit een netwerk van samenwerkende ambtenaren die via digitale werkruimtes een dienst of een product kunnen leveren aan de burgers en aan elkaar. Overheidsorganisaties werken samen, waardoor de burger slechts één loket ervaart.
Daarbij wordt uitgegaan van een wereld waarbij iedere burger de infrastructuur, data en digitale services krijgt om optimaal te kunnen functioneren en zich te ontplooien. Het digitaliseringsvraagstuk is geen IT-probleem en kan niet los van de rest van de organisatie worden opgelost.
Hoewel de maatschappelijke problemen bij de rijksoverheid vaak veel belangrijker lijken dan haar IT-problemen, kunnen deze laatste wel de oplossing van die echte problemen danig frustreren.
In het oude Huis van Thorbecke stroomt data verticaal. De moderne overheid functioneert echter bij de gratie van het snel horizontaal kunnen bereiken, ontsluiten en combineren van data, onder aantoonbare compliance van vigerende wet- en regelgeving. In het gerenoveerde Huis van Thorbecke zal data meer tussen dan binnen de ministeries en naar de samenleving moeten stromen.
Naast de modernisering van de IT, is er ook de digitalisering van de uitvoerende processen zelf, inclusief informatiehuishouding en besturingsmodellen. Daarbij wordt gestreefd naar optimale ‘zelfsturing’ op uitvoerend niveau.
Aandacht voor IT tijdens de verkiezingen
Bijna geen enkel maatschappelijk probleem dat wordt onderkend door de politiek kan zonder effectieve, efficiënte IT-ondersteuning. Toch hoor ik zelden politici klagen over de krakkemikkige IT van de rijksoverheid. Die huidige IT is nauwelijks robuust noch toekomstbestendig. Deze moet zo snel mogelijk worden gerepareerd en gemoderniseerd. Dames en heren politici: IT is geen hobby van nerds, maar de katalysator voor de nieuwe bestuurscultuur met een heldere digitale architectuur. Deze architectuur is trouwens de achilleshiel van digitalisering.
In de verkiezingsprogramma’s van de meeste politieke partijen werd nauwelijks iets vermeld over verbetering van de IT bij de overheid. Zijn de schrijvers ervan digitaal ongeletterd, evenals hun opdrachtgevers? In de discussieprogramma’s op tv, waar politieke partijen kiezers gouden bergen beloofden, werd het onderwerp IT consequent vermeden. Politici kunnen immers niet op korte termijn scoren met IT. De verbetering en modernisering gaan vele jaren duren en kosten veel geld, maar dat is te verwachten na ruim twintig jaar achterstallig onderhoud.
Uit een zorgvuldige analyse van de verkiezingsprogramma’s met de zoekwoorden:
- opruimen verouderde software en datastructuren
- digitalisering
- technologie (waaronder AI)
- data, informatie
- cybersecurity, privacy
kwamen slechts vier politieke partijen naar voren met enige aandacht voor de IT van de overheid: NSC, Volt, BBB en VVD. Het is duidelijk dat de politiek niet voldoende interesse heeft in IT. In de verkiezingsprogramma’s is het geen populair onderwerp, voor de tijd daarna is het een grotendeels verzwegen hoofdpijndossier. Op de kieslijsten werden veel politieke IT-talenten op onverkiesbare plaatsen gezet. IT is dus de grote verliezer van de verkiezingen.
IT is in de ogen van politici slechts een radertje in het geheel van onze samenleving, terwijl het de motor van die samenleving en het economisch verkeer is. Totdat er een grote uitval van IT komt in cruciale sectoren door een statelijke actor, natuurramp of majeure cybersecurity-aanval, lijken de meeste politici geen idee te hebben van het belang van IT. Oude, door bijna gepensioneerde IT-ers onderhouden software, achterhaalde architectuur en onvoldoende beveiligde systemen zullen als eerste plat komen te liggen. De ellende is niet te overzien als allerlei openbare diensten daardoor stilvallen.
Aandacht voor IT tijdens de formatie
Na de verkiezingen heb ik op 5 december een open brief aan verkenner Ronald Plasterk gepubliceerd. Om zeker te weten dat Plasterk deze zou zien, is die ook fysiek en aangetekend per post naar hem verstuurd. De verkenner liet schriftelijk weten dat het probleemdossier ‘IT van de rijksoverheid’ niet paste in zijn agenda. Het moest doorgeschoven worden naar de volgende fase van de formatie. Dat doorschuiven is betreurenswaardig, omdat bij de oplossingen voor elk maatschappelijk probleem dat ter tafel komt in de informatiefase, zorgvuldig ontworpen IT nodig is.
Op 26 januari heb ik, samen met anderen, een tweede open brief gepubliceerd over de noodzaak van doorzettingsmacht bij de reparatie en modernisering van de IT bij de overheid.
Van informateur Kim Putters heb ik niet gemerkt dat hij het IT-dossier belangrijk vond. Een scan van zijn eindverslag van 14 maart met dezelfde zoekwoorden als ik bij het doorlichten van de verkiezingsprogramma’s heb gebruikt, leverde niets op.
Op 19 maart heb ik (samen met Perry van der Weyden) een oproep geplaatst, getiteld Pleidooi voor een bewindspersoon Digitale Zaken.
Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol zijn daarna als nieuwe informateurs gestart op 20 maart en hebben allerlei deskundigen laten opdraven voor consultatie. Voor zover ik weet, zijn zij niet bezocht door een representatieve delegatie van IT-onderlegde burgers. Voor de twee informateurs heb ik op 20 april op LinkedIn-blog gepubliceerd: Informateurs lijken de krakkemikkige IT van de rijksoverheid te verzwijgen.
Deze tekst heb ik wederom aangetekend naar hen verstuurd. De reactie van Richard van Zwol op 24 april luidt: “Mijn opdracht is een beperkte. Daarom kan ik helaas niet inhoudelijk ingaan op uw brief. Uw brief zal ook in de volgende fase van de kabinetsformatie beschikbaar blijven voor degenen die daarbij zijn betrokken.”
Eindrapport van Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol
In het gisteren verschenen eindrapport valt direct op dat, evenals in het rapport van Kim Putters, niets is vermeld over de abominabele toestand van de IT van de rijksoverheid.
De vier onderhandelende partijen laten hun voorlopige plannen ondertussen doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB). De rekenmeesters zullen concept-afspraken beoordelen op hun (financiële) haalbaarheid en effecten. Maar in feite zou daarnaast de Algemene Rekenkamer hun plannen moeten beoordelen op hun uitvoerbaarheid met IT.
Ondanks alles, hoop ik op een digitaal geletterde nieuwe minister president, die bij de oriënterende gesprekken van de overige bewindslieden niet alleen vraagt of ze privé financieel altijd binnen de lijntjes hebben gekleurd, maar ook of zij voldoende digitaal geletterd zijn. Nederland kan niet zonder digitalisering. Ik hoop dat dit besef eindelijk doorbreekt bij de politiek.
Rol minister voor Digitale Zaken
De Nederlandse overheid heeft een standvastige minister voor Digitale Zaken nodig met een nuchtere, zakelijke grondhouding om te zorgen dat de overheid binnen vijf jaar hetzelfde volwassenheidsniveau in IT en digitalisering bereikt als de financiële sector in Nederland. De minister voor Digitale Zaken heeft een cruciale rol in het vormgeven en stimuleren van de digitale transformatie van de Nederlandse samenleving en de rijksoverheid in het bijzonder. Het is essentieel dat er een gerichte en gecoördineerde aanpak is zodat de Nederlandse overheid optimaal profiteert van de kansen die digitalisering biedt.
Deze bewindspersoon moet in elk regeringsbesluit een IT-hoofdstuk introduceren, waarin de toegevoegde waarde, kosten, toepassing en risico’s van de digitalisering worden meegenomen. Wet- en regelgevingen moeten, voordat zij ter goedkeuring aan de Tweede Kamer worden voorgelegd, geanalyseerd worden om te weten of de benodigde IT te bouwen en onderhouden is.
Tevens zou de minister ervoor moeten zorgdragen dat zijn collega-ministers hun digitale geletterdheid verbeteren.
Belangrijke voorwaarde is dat de minister voor Digitale Zaken doorzettingsmacht krijgt. Hij of zij zou eenzelfde bevoegdheid moeten krijgen als de minister van Financiën. De minister voor Digitale Zaken kan daar waar het fout gaat ingrijpen en budgetten alleen verstrekken als een IT-project een degelijke architectuur heeft en een haalbaar projectplan binnen de afgesproken tijd en het afgesproken budget.
Er zouden dus geen IT-budgetten meer mogen worden verleend aan overheidsorganisaties zelf, dit zou uitsluitend moeten verlopen via de minister voor Digitale Zaken.
Minimumvereisten aan een minister voor Digitale Zaken
Gezien de vele en grote IT-problemen die moeten worden aangepakt, wordt er heel veel gevergd van de kandidaat. Deze moet:
- Een nuchtere, zakelijke grondhouding en krachtige persoonlijkheid hebben.
- Relevante IT-kennis en IT-ervaring hebben opgedaan in het bedrijfsleven, maar ook bekendheid met de overheid hebben.
- Onafhankelijk en onpartijdig zijn.
- Goed kunnen luisteren naar burgers en de Tweede Kamer.
- Goede communicatieve vaardigheden bezitten.
Conclusie
Een informatiesamenleving behoeft een toekomstvisie hoe burgers onderling en met het bedrijfsleven zullen omgaan in het digitale tijdperk. Pas als die visie er is, komt de vraag welke rol daarbij de overheid speelt. Ten slotte komt de vraag welke digitaliseringstrategie van de overheid daarbij hoort.
Eigenlijk zou er eerst een nulmeting moeten komen voor alle overheidsorganisaties om te bepalen hoever de digitalisering is gevorderd. Nu het nieuwe kabinet een aantal zaken naar verluidt flink op de schop wil nemen omdat burgers niet gehoord zouden worden, is nú het het moment om de handen uit te mouwen te steken.
Een paar wetenswaardigheden
Dilan Yeşilgöz
De demissionair minister van Justitie & Veiligheid weet uit eigen werkervaring dat de huidige IT van de rijksoverheid nogal krakkemikkig is:
- In 2023 werd geconstateerd dat de IT-systemen van de politie en het Openbaar Ministerie niet op tijd klaar zullen zijn voor de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering.
- Kortgeleden berichtte de NRC ‘Rampzalig’ IT-probleem teistert het Openbaar Ministerie: ‘Het is een veelkoppig monster’.
- De politie is een groot en ambitieus programma gestart om in vier jaar doorlooptijd haar data op orde te krijgen.
- De Immigratie- en Naturalisatiedienst lijdt onder gebrek aan sturing en haperende IT.
- Er zitten nogal wat zwakke plekken in de IT en de data-infrastructuur van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Hoe is het mogelijk dat de minister, in haar rol van onderhandelaar bij de coalitievorming, het probleemdossier ‘IT rijksoverheid’ niet met prioriteit op tafel heeft gelegd?
Wat gaat er mis als er niets wordt gedaan?
- Nederland gaat steeds meer vastlopen in de zelf veroorzaakte, complexe IT-problematiek bij de rijksoverheid. Sterk verouderde systemen en datachaos worden een zwaard van Damocles boven het nieuwe kabinet.
- De overheid gaat gebukt onder steeds duurder wordend achterstallig onderhoud, dat zij zelf heeft laten ontstaan.
- Grote maatschappelijke uitdagingen blijven zich aandienen, waarbij digitalisering als versneller had kunnen dienen als de overheids-IT op orde was geweest.
- Door het gemis aan een robuuste, toekomstvaste IT zullen de door de politiek bedachte oplossingen van grote maatschappelijke uitdagingen leiden tot luchtkastelen.
- De overheid blijft qua organisatiestructuur en managementstijl hangen in de oude wereld, terwijl buiten een zich steeds vernieuwende digitale wereld is ontstaan. De overheid hoort zich naar buiten te richten, daar zitten immers de burgers en bedrijven.
- Verouderde systemen leiden tot een toenemend aantal inbreuken door cybercriminelen en datalekken.