De complexiteit van de digitale wereld rechtvaardigt orde, stabiele constructies en een fijne beleving, net als in de fysieke wereld. Voor de fysieke ruimte passen we architectuur toe; in de digitale ruimte wordt het architectuurbegrip met vallen en opstaan gebruikt. Daan Rijsenbrij (architect in de digitale wereld) en Hans Timmerman (ingenieur op het gebied van digitalisering) pleiten voor digitale architectuur, hechte samenwerking tussen de digitaal architect en ingenieur, en voor toekomstvast technisch ontwerpen.
Digitale architectuur gaat over beeldvorming. Over waar we naartoe transformeren. Zonder voor de eindgebruiker begrijpelijke beelden ontaarden digitaliseringsprocessen in een richtingloze chaos. De opdrachtgever heeft een beeld bij zijn verwachtingen; de bouwer heeft een beeld nodig voor de IT-invulling van de opdracht. Een digitaal architect is in feite regisseur van de consensus in dit beeldvormingsproces.
Daarnaast is security zonder architectuur niet te doen. Het bouwwerk van applicaties, data en infrastructurele elementen is zeer kostbaar, maar ook zeer fragiel. Het staat bloot aan oneigenlijk gebruik: verwoesting, misbruik en diefstal.
1. Inleiding
Graag of niet, elke onderneming wordt gedwongen de digitale wereld in te stappen. Onder de digitale wereld wordt verstaan de wereld die bestaat uit computers, netwerken, applicaties, informatiestromen en digitale diensten. Bij dat laatste kan bijvoorbeeld worden gedacht aan internetbankieren, elektronisch winkelen, een digitale telefoongids raadplegen, je pensioengat laten uitrekenen of hosting space huren. Kortom een wereld die thuis rustig in de luie stoel achter een laptopje bij de open haard kan worden bezocht.
De digitale wereld biedt zoveel functionaliteiten dat, net als in de fysieke wereld van steden, huizen en gebouwen, orde nodig is. Voor orde passen we in de fysieke wereld architectuur al ruim 5.000 jaar toe. In de digitale wereld wordt het architectuurbegrip pas een kleine 25 jaar, met vallen en opstaan, gebruikt.
2. Architectuur in de digitale wereld
Het toepassingsterrein van de digitale architectuur beslaat vier werelden: het bedrijfsgebeuren, het informatieverkeer, het applicatielandschap (applicaties worden soms wel solutions of apps genoemd) en de technische infrastructuur. Het startpunt voor architectuurbeschouwingen ligt altijd in het bedrijfsgebeuren.
Een digitale architect schenkt aandacht aan de gebruikswaarde, de toekomstwaarde en de belevingswaarde. Gebruikswaarde heeft te maken met effectiviteit en efficiency. Onder toekomstwaarde verstaan we dat die digitale omgeving voldoende adaptief is voor onvoorziene veranderingen. Het formuleren van de juiste adaptiviteitsprincipes behoedt de onderneming ervoor klem te komen in de dwangbuis van haar eigen IT.
Ook in de digitale wereld komt er steeds meer behoefte aan een architectuur die niet alleen functioneel is, maar die appelleert aan de beleving. Een architectuur die maximaal verleidt tot optimale betrokkenheid. De realiteit in het hedendaagse IT-gebruik is daar nog ver vandaan. In feite is de gemiddelde applicatie zo saai, zo sleurbevorderend, zo gebruiksonvriendelijk als de onderliggende chips.
Voor een beschouwing vanuit het gezichtspunt van de digitale architect wordt een onderneming gezien als een verzameling autonoom bestuurbare eenheden, aangeduid als businessdomeinen. Een onderneming is dus een soort intern ecosysteem waarbij de businessdomeinen diensten aan elkaar leveren en aan de buitenwereld. Een domein wordt vervolgens opgedeeld in ‘business capabilities’, die aaneengeregen kunnen worden tot waardeketens. Een business capability is de kleinste eenheid van beschouwing van de business. Zij bestaat uit een groep nauw samenwerkende medewerkers, een enkelvoudige taak en wordt ondersteund met kennis, informatie, data en apps.
“Digitaliseren zonder architectuur lijkt op autorijden zonder gordel. Als onverwacht de klap komt, is de schade niet te overzien.”
Het soepel en tijdig informeren is wezenlijk voor het functioneren van een onderneming. Juiste informatiestromen zorgen dat de onderneming vitaal en slagvaardig kan zijn. In de ‘connected economy’ is de vraag bovendien ‘hoe krijgen we de juiste informatie, zowel financieel als niet-financieel, om beslissingen te nemen? Hoe regelen we een informatie-aggregatiemechanisme met dashboards en KPI’s om ons te voorzien van de informatie waar we behoefte aan hebben? Hoe informeren we de medewerker opdat hij/zij zijn werk op adequate wijze kan uitvoeren? Gewenst gedrag wordt immers voor een groot gedeelte beïnvloed door juiste informatie.
Tot het informatieverkeer behoren ook de documentstromen, de informatiebehoeftes, de informatiebronnen en de informatie-uitwisseling met de buitenwereld, en natuurlijk het hele terrein van kennismanagement en contentmanagement.
Cruciaal voor het informatieverkeer zijn het ‘data- en informatiemanagement’. Net zoals bij het geldverkeer de financiële boekhouding (vastlegging, beheer, jaarrekening, balans en audit) essentieel zijn voor de verantwoording.
Het informatieverkeer geeft inzicht in de structuur en relaties van de informatie- en communicatiehuishouding, onafhankelijk van de automatiseringsgraad. Het is belangrijk om zich te realiseren dat dit het gedeelte van de digitale wereld is waardoor mensen worden verbonden. Een onderneming kan in essentie worden gezien als een verzameling van communities. De architectuur zorgt dat die communities worden gefaciliteerd zich optimaal te ontplooien.
De werkelijke waarde van een onderneming wordt steeds meer bepaald door haar digitale rol en digitale plaats binnen haar ecosysteem. Alles draait om de mogelijkheden die zij heeft om met partners, leveranciers en klanten samen te werken: kortom haar positie in de ‘connected world’.
3. De belangrijkste aandachtsgebieden
Als digitale architect en ingenieur gespecialiseerd in digitalisering, zijn wij specifiek gefocust op:
- Digitale geletterdheid
- Datacentrische beschouwing
- Digitale infrastructuren
- Dataplatformen
- Digitale werkruimtes
- Platformen
De digitale geletterdheid bij medewerkers en management is bij veel bedrijven nog onder de maat. Het is niet nodig dat medewerkers kunnen programmeren, maar zij horen zeer handig te zijn met de digitale faciliteiten die bij hun taak horen. Want wat voor zin heeft het zwaar te digitaliseren en moderne digitale infrastructuren aan te leggen als de medewerkers nauwelijks weten hoe zij hun werk daarmee optimaal kunnen faciliteren? In feite is dit een HRM-vraagstuk, maar een architect streeft naar bruikbaarheid van zijn architectuur passend bij het vaardigheidsniveau van de toekomstige gebruikers.
In feite is menige onderneming (vooral de overheid, de financiële sector en de dienstenindustrie) een datafabriek die conform compliancy regels informatieproducten en -diensten levert. Er gaan data in (bijvoorbeeld middels een hypotheekaanvraag), er worden additionele data en kennis opgevraagd, er worden beslissingen genomen, en er gaan besluiten en data uit (bijvoorbeeld de toekenning van de hypotheek).
Een datacentrische beschouwing is essentieel anders dan de traditionele, verouderde procesaanpak die nog volop in gebruik is. Zet data en kennisregels centraal in de vernieuwende digitale architectuur. In feite is dit een methodologische aangelegenheid, maar wel een significante paradigma-shift.
Het is buitengewoon belangrijk dat de top van de onderneming doordrongen raakt van het feit dat de dataficering iets anders is dan de automatisering van informatiesystemen of het automatiseren van processen.
“Een digitale architectuur zonder digitale geletterdheid, is als parels voor de zwijnen”
Onder digitale infrastructuren verstaan wij netwerken waarop diensten worden aangeboden zoals betaaldiensten, bewaardiensten (back-up van data), vergadermogelijkheden, social media. Tot digitale infrastructuren worden ook betrouwbare data- en kennisverzamelingen gerekend die nuttig en noodzakelijk zijn voor burger, bedrijf en overheid in de vorm van dataplatformen.
In een dataplatform zijn de gegevensverzamelingen geordend naar gegevensgebieden die vanuit beheeroptiek een samenhang vormen. Een goede opdeling van het datagebeuren in de juiste dataplatformen zal de snelheid van handelen in en met een onderneming substantieel verhogen en verhoogt de toekomstvastheid van de onderneming. Maar dit is tevens een intensieve klus:
- data-inventarisatie (wat is er aan data en hoe relevant is die data);
- opschoning van die totale dataverzameling;
- data migreren naar een dataplatform;
- toevoegen van services aan het dataplatform voor gebruik, onderhoud en governance;
Voeg vervolgens kortcyclische apps toe, met toekomstbestendige waarde. Een dataplatform wordt hierdoor een groeikern.
In 2001 heeft Daan Rijsenbrij een nieuw digitaal concept geïntroduceerd: de digitale werkruimte. Alles dat wordt aangeboden in de digitale wereld moet uiteindelijk worden geïntegreerd in de werkruimte van de eindgebruiker. Je zou dit kunnen betitelen als de binnenhuisarchitectuur van de digitale wereld. Je zit ontspannen, laptopje op schoot en het werk komt naar je toe! Dat wordt ons toekomstbeeld van ontspannen werken.
Veel ondernemingen bestaan op uitvoerend niveau uit een serie kantoren. Het gedigitaliseerde kantoor dient opnieuw te worden ontworpen op basis van boven genoemde werkruimtes. En de thuiswerkplek dient te worden geëvolueerd tot een volwassen persoonlijke digitale werkruimte (anywhere, anytime, on almost any device).
Naast dataplatformen zijn er nog vele andere platformsoorten die generieke zaken bij elkaar brengen. Platformen voor toepassingsomgevingen zoals de financiële administratie ter vervanging van een klassiek ERP. Maar ook platformen voor groepen gebruikers zoals klanten en leveranciers om de onderlinge afstemming beter te regelen met de onderneming.
Voorbeeld: Een zorgplatform is gericht op toepassingen in de gezondheidszorg. Dat kan variëren van het organiseren en verlenen van zorg tot het gebruik door een patiënt van de zorg die op dat platform wordt aangeboden. Platformen worden dynamisch omdat men voor levendige gebruikersomgevingen vaak innovatief nieuwe diensten en gebruiksmogelijkheden weet te ontwikkelen.
Een cloud mits de services onderling geïntegreerd zijn en het geheel is beveiligd, kan gezien worden als een platform. En net als cloud kunnen die platformen worden verdeeld in public, hybride en private.
Een goede keuze van de platformen zorgt dat relatief eenvoudig nieuwe informatie-omgevingen en applicaties kunnen worden ontworpen, worden gebouwd en in stand worden gehouden. Het denken in platformen is daarom cruciaal voor een dynamische onderneming in een onvoorspelbaar ecosysteem.
4. De architect
De digitale architect houdt zich bezig met de vormgeving van de digitale ondersteuning van het bedrijfsgebeuren. Maar echte digitalisering kan impliceren dat zelfs de operating modellen kunnen worden aangepast door gebruik te maken van de nieuwe dataplatformen. Het veranderen van bedrijfsprocessen moet echter wel doordacht (systeemtheorie + cybernetica), gefaseerd en onder discipline worden uitgevoerd. Het aanpassen van operating-modellen is in eerste instantie niet het werk van de architect maar van de bedrijfsstrateeg bijgestaan door business-analisten. Maar de architect en ingenieur zullen wel betrokken zijn om de vormgeving en maakbaarheid te onderzoeken.
Het belangrijkste dat een architect levert aan de business zijn visualisaties hoe de digitale oplossing eruit kan gaan zien. Visualisaties die zichtbaar maken waar de verschillen zitten, welke de keuzevragen zijn en om de effecten van die keuzes te kunnen overzien. Visualisaties dienen de business te behoeden verkeerde keuzes te maken. Daarom dient de architect veel visualisaties door te spreken met de ingenieur op bouwbaarheid.
Veel business functionarissen weten wel degelijk wat ze willen met digitale informatie en digitalisering. Ze kunnen het alleen niet helder genoeg formuleren. Dat is een rol van een architect: vraagarticulatie. Voorts kan een architect inspireren. Een goede architect is als het ware de regisseur van het beeldvormingsproces.
Een belangrijke rol van de architect, samen met de innovator, is na te denken over hoe het ecosysteem van de onderneming er over enkele jaren uit kan gaan zien en welke keuzes moeten worden gemaakt om een lucratieve rol te kunnen blijven spelen in dat ecosysteem.
Soms moeten er beslissingen worden genomen met een verre horizon, dat zijn dan vaak infrastructurele aangelegenheden, digitale infrastructuren en platformen. Je wilt echter niet het risico lopen dat je bij een groot verandertraject als de digitalisering al binnen twee à drie jaar de eerste vastlopers gaat krijgen.
“Een volwassen architect is een trusted partner voor de boardroom”
Op de korte termijn dienen de oplossingen van de architect bij te dragen aan de verbetering van de performance van de onderneming, een bijdrage aan een hogere businesswaarde.
Voorts moet de architect de bestuurlijke keuze goed kunnen vertalen in stappen die nodig zijn voor de realisatie. De architect denkt na over de mogelijke roadmaps en de realisatieplateaus met de benodigde tussenarchitecturen.
De belangrijkste kwaliteiten van de architect naast het beheersen van zijn vak zijn: (1) een zakelijk gevoel voor businessbehoeften, (2) een nuchtere visie op technologie, (3) een hoog abstractievermogen, (4) creatief, (5) een subtiel gevoel voor organisatiecultuur, (6) een gevoel voor menselijke maat en (7) het kunnen luisteren en presenteren.
Eigenlijk zou de architect moeten kunnen kruipen in de huid van de klant, de opdrachtgever en de toekomstige gebruiker. De fysieke architect Gerrit Rietveld ging daarom bij sommige van zijn klanten een paar dagen logeren om te voelen hoe het gezin wonen wil ervaren.
Door de business wordt het meest gewaardeerd: (1) trusted partner met inhoudelijk gezag, (2) voor de business begrijpelijke adviezen en heldere architectuurvisualisaties, (3) begripvol jegens de opdrachtgever, (4) businesswaarde van architectuur tonen, (5) tegenwicht tegen de waan van de dag, (6) ruggengraat bij veranderingen, (7) voeten op de grond en houd het concreet, (8) streven naar eenvoud en naar eenvoudig, (9) bieden van alternatieven.
5. Ingenieur op het gebied van digitalisering
Zoals hierboven aangegeven komt de regie van het beeldvormingsproces voor een groot deel op het bord van de digitale architect. Maar om van het gevormde beeld een werkelijkheid te maken, is techniek nodig. Naast elke architect staat een ingenieur, die de regisseur is van het maak- en instandhoudingsproces.
Met cloud kunnen snel de mooiste functionaliteiten worden ontwikkeld. Ondernemingen die dat goed kunnen, zijn intussen succesvolle digitale ondernemingen geworden. Zij veranderden het paradigma om de organisatie (ook) vanuit data aan te sturen. Zij ontwikkelden vanuit een datacentrische visie hun processen, functies, applicaties en systemen die daarmee volledig compliant werden met moderne cloudinfrastructuren. Of dat nu grote centrale cloudomgevingen zijn, kleine decentrale edge-gerichte internet of things oplossingen of de men-in the-middle platformen waar de mens-machine-relaties worden ondersteund.
Wie tegenwoordig niet datacentrisch denkt en leeft, kan in de nieuwe cloudwereld niet meer mee en gaat uiteindelijk langzaam doch gestaag zijn ondergang tegemoet.
Architect en ingenieur zijn als yang en yin met elkaar verbonden. Immers je moet als architect producten en systemen ontwerpen die maakbaar en onderhoudbaar zijn. En om het goed te kunnen maken, moet de ingenieur begrijpen waaróm het zo ontworpen is. Dat vraagt senioriteit bij zowel architect als de ingenieur. Beiden hebben in hun carrière hun traject van leerling en gezel doorlopen in complexe projecten en daarmee uiteindelijk hun ‘meestertitel’ verdiend.
“De ingenieur is net zo belangrijk als de architect. Een prachtige architectuur met rammelende techniek daaronder, gaat mateloos irriteren.”
Architect en ingenieur moeten samen werken en mogen niet uit elkaar groeien. Elk heeft in het totale realisatieproces zijn eigen verantwoordelijkheid. Dat betekent ook dat de architect moeten weten wat nu of straks gebouwd kán worden en dat de ingenieur weet welke (nieuwe) gebruiksbehoeften boven de horizon kunnen verschijnen.
De techniek die schuil gaat onder de mooie architectuurvisualisaties is tegenwoordig zo complex dat een zeer seniore ingenieur nodig is om de regie over de bouw te nemen. Dus de digitale architect bemoeit zich meer met de business, terwijl de ingenieur kijkt naar de bouw en het beheer. Beide rollen zijn even belangrijk voor een geslaagde digitalisering. Soms wordt wel eens aangeven dat de ingenieur de focus heeft op onder de motorkap, het deel waar de gebruiker zich doorgaans niet over hoeft te bekommeren. De auto kan er nog zo mooi en geriefelijk uitzien, maar als het onder de motorkap niet werkt, kom je geen meter verder. In feite loopt er nog een derde functionaris op dit niveau: de cybersecurity expert. Je wilt immers niet iets bouwen dat niet te beveiligen is.
Naast verschillende achtergronden hebben de architect en de ingenieur verschillende drijfveren. De artistieke, functionele en gebruiksvriendelijke drijfveer versus betrouwbare, soepel werkende en onderhoudbare systeem.
Zoals gezegd is de moderne cloudwereld een prachtig platform waarop snel en elegant functies, workflows en applicaties kunnen worden ontwikkeld. Maar een informatiefunctie moet wel vele jaren kunnen worden gebruikt. Dus lifecyclemanagement vraagt standaardisatie en eenduidigheid van de technische oplossingen. Zoals de architect de regisseur van het beeldvormingsproces is, zo heeft een maakproces ook een regisseur nodig. Dat is niet de project- of programmaleider, ook niet de controller maar een vergelijkbaar persoon als de architect: de ingenieur is verantwoordelijk voor de realisatie van het ontwerp.
6. Streefdoel digitalisering
Er moet een duidelijk beeld (architectuurschets) komen waar de onderneming naar toe gaat over vijf jaar en over tien jaar (het punt op de horizon). Dan kan onder die digitale architectuur de juiste en adaptieve IT worden gespijkerd.
Er wordt uitgegaan van een wereld waarbij klanten en leveranciers de infrastructuur, data en digitale services krijgen om optimaal te kunnen functioneren met de onderneming. De uitdaging van de architect is de aansluiting op de mensen (klanten en medewerkers) op de voorgrond te zetten. Dit impliceert tevens dat samenwerkingspatronen (een sociologische uitdaging in het digitale tijdperk) een kardinale betekenis gaan krijgen.
“Duidelijke architectuurschetsen zijn een katalysator voor de consensus tussen de stakeholders.”
Het streefdoel voor een onderneming zou moeten zijn: ‘een intelligente organisatie opererend in een intelligente omgeving’. Onder een ‘intelligente’ organisatie verstaan we een onderneming die volledig is toegerust om snel en adequaat te reageren op signalen. Data- en kennisaggregatie is essentieel om de drie besturingsbronnen ‘informatie van buiten’, ‘informatie van binnen’ en de ‘aanwezige kennis’ (best practices) op elkaar af te stemmen. Het woord ‘intelligent’ dient hier te worden gezien als een vertaling van het Angelsaksische intelligence. Zoiets als ‘informerend’ of ‘spionerend’. Niet alleen de eigen organisatie, maar ook de leverancier en de klant worden intelligenter. Intelligent impliceert dus tevens een geavanceerde informatiepositie voor iedere medewerker, ondersteund door AI.
Architectureel kunnen drie lagen worden onderkend, elk met hun eigen streefdoel:
- De onderneming in haar ecosysteem.
- De businessdomeinen.
- Het uitvoerend niveau met van business capabilities.
De digitale vormgeving van een moderne onderneming dient van buiten naar binnen te worden opgesteld:
- Start met architectuurschetsen van het toekomstige digitale ecosysteem.
- Projecteer vervolgens de hernieuwde rol van de onderneming daarin.
- Laat tenslotte architectuurschetsen van de businessdomeinen maken.
- Maak architectuurschetsen van de business capabilities.
- Maak een architectuurschets van gebruik, onderhoud en instandhouding.
7. Digitaliseringsopdracht
De digitaliseringsopdracht zou maximaal vijf jaar moeten zijn. Er zijn bij een digitaliseringsopdracht drie cruciale rollen: (1) de opdrachtgever (met doorzettingsmacht), (2) het duo ‘architect + ingenieur’ en (3) de project- en programmaleiders. Zij representeren resp. de invulling van ‘willen’, ‘kunnen’ en ‘doen’; dit komt trouwens op meerdere hiërarchische niveaus voor.
Een veel voorkomende fout is dat de groep eindgebruikers op een te laat moment bij de digitalisering wordt betrokken. Meestal zijn dan al belangrijke keuzes gemaakt. Jammer, want dit is in feite wel de groep wiens werk het meest gaat veranderen door de digitalisering. Door interactief, iteratief en incrementeel te ontwikkelen kan deze doelgroep betrokken worden.
“Een duidelijke, compacte digitaliseringsopdracht geeft focus aan de vele parallelle digitaliseringstrajecten.”
Kies enkele gebruikers die gepokt en gemazeld zijn in de business en de processen. Ga met hen de ontwerpuitgangspunten concretiseren. Doe dit met de nieuwe agile-werkwijze van korte sprints, waardoor de specificatie van het systeem ‘vanzelf’ ontstaat. Deze eindgebruikers zijn niet alleen de belangrijksten wanneer het op toetsen aankomt, maar ook om de rest van de gebruikers ‘mee’ te krijgen. Immers, gebruikers volgen niet hun managers maar hun collega’s (de erkende supergebruikers).
8. Kritieke succesfactoren
- De besturing van het totale programma dient nuchter, zakelijk en transparant te zijn. En, absoluut a-politiek (ook in het bedrijfsleven).
- De digitaliseringsuitdaging heeft een sponsor nodig uit het bedrijfsgebeuren (in de vakliteratuur ‘business owner’). Een sponsor met mandaat en een flinke portemonnee.
- De top van de onderneming toont ten aanzien van digitalisering lef en daadkracht.
- Voor vergaande digitalisering zijn architectuur en een stevig fundament een eerste vereiste.
- Renoveer inefficiënte, gedateerde systemen zo snel mogelijk.
9. Cruciale faalfactoren
- Een opdrachtgever die geen realistisch beeld heeft wat hij/zij wil.
- Onvoldoende bereidwilligheid vanuit medewerkers te participeren.
- De huidige bedrijfscultuur.
- Ouderwetse documentatievormen.
Veel documentatie die ik de afgelopen vijf jaar heb gezien was: te lang; te saai; te weinig relevant; te veel tekstueel georiënteerd. Dit past echt niet in de dynamiek van het digitale tijdperk.
Veel documenten werden ondertekend door een groep waarvan niet alle leden verstand hadden van het totale document. Dames en heren: zet je handtekening alleen onder die passages waar je zelf echt verstand van hebt!
10. Tot slot
- Een volwassen digitaliseringstraject is groot, complex, duur, maar absoluut noodzakelijk om als onderneming te overleven in de nabije toekomst.
- Digitale architectuur is een teken van beschaving, geeft een ‘corporate identity’ en is katalysator voor de gewenste bedrijfscultuur.
- Een bekwame digitale architect, bijgestaan door een excellente ingenieur, is nog geen garantie voor succes, maar matige personen in deze rollen zijn een zekere faalfactor voor de digitalisering.
Daan Rijsenbrij is ruim 50 jaar intensief bezig met IT. De laatste 26 jaar ligt zijn focus op architectuur in de digitale wereld. In zijn inaugurele rede als architectuur-hoogleraar aan de Radboud Universiteit in 2004, introduceerde hij het concept ‘digitale architectuur’. Hij deed in die rede de markante uitspraak: ’Het zal blijken dat de belangrijkste architecten van de eenentwintigste eeuw de architecten van de digitale wereld zijn’.
Hans Timmerman kwam 40 jaar geleden als elektrotechnisch ingenieur in aanraking met automatisering en IT. Als ‘bouwmeester’ werkte hij bij Holec en Fokker betrokken bij moderne en digitale product- en procesontwikkeling en digitale transformaties ‘avant la lettre’. Via de NATO was hij middels ISO betrokken bij de inrichting, de digitalisering en de standaardisatie van decennialange instandhoudingsprocessen voor kapitaalgoederen. Afgelopen 15 jaar was hij als CTO bij EMC (later DellEMC) betrokken in de innovatie en architectuurontwikkeling van de nieuwe wereld van cloudcomputing.