Informatiebeveiliging wordt in veel organisaties nog te vaak benaderd vanuit de vraag: ‘Zijn we compliant?’ Certificeringen, audits en frameworks als ISO 27001 of NIS2 zijn belangrijke instrumenten, maar ze mogen nooit het primaire doel zijn. Compliance is geen garantie voor veiligheid – het is hooguit een momentopname. Het echte doel moet zijn: een organisatie duurzaam digitaal weerbaar maken tegen de voortdurende evolutie van dreigingen en aanvalstechnieken.
Van vinklijst naar weerbaarheid
Wie security reduceert tot het afvinken van controles, verliest uit het oog waar het daadwerkelijk om gaat: business continuity en vertrouwen in de digitale keten. In plaats van compliance om compliance zou de vraag moeten zijn: ‘Hoe zorgen we ervoor dat onze organisatie overeind blijft, wat er ook gebeurt?’
Digitale weerbaarheid vraagt om een fundamenteel andere mindset – een waarin continu leren, anticiperen en bijsturen centraal staan. Dat vraagt om een strategie die verder gaat dan het voldoen aan normenkaders. Een volwassen securitybeleid is opgebouwd rondom twee kernprincipes: defense in depth en threat-informed security.
Het kaasplakjesmodel
Defense in depth gaat verder dan technische maatregelen. Het is een gelaagde aanpak waarin meerdere verdedigingslagen – de ‘kaasplakjes’ – elkaar overlappen. Elk plakje bevat gaten, maar hoe meer lagen er zijn, hoe kleiner de kans dat een aanvaller erdoorheen breekt. Het model maakt duidelijk dat 100% veiligheid niet bestaat, maar dat robuustheid ontstaat door redundantie en samenhang.
Cruciaal is dat deze lagen aansluiten bij het werkelijke gedrag van aanvallers. Hackers doorlopen immers zelden één stap; ze bouwen systematisch op, van initiële toegang tot privilege-escalatie en data-exfiltratie. Een threat-informed aanpak betekent niet alleen weten wat de dreigingen zijn, maar vooral vooruitdenken: anticiperen op nieuwe aanvalspatronen voordat deze zich voordoen. Door threat intelligence structureel te integreren in dit model, verschuift security van reactief verdedigen naar proactief voorspellen.
Compliance als logisch gevolg
Hiermee verandert ook de positie van compliance. Wie begint bij NIS2, DORA of ISO-richtlijnen, bouwt zelden echte weerbaarheid op. Wie begint bij weerbaarheid, komt vanzelf tot compliance. Raamwerken als het NIST Cybersecurity Framework 2.0 bieden houvast in de reis naar weerbaarheid, maar de essentie ligt in het ontwikkelen van adaptief vermogen – het vermogen om te leren van incidenten en beleid dynamisch te verbeteren. Governance is hierbij onmisbaar om strategie en beleid structureel te verankeren en ervoor te zorgen dat dit proces niet afhankelijk is van individuen, maar is ingebed in de organisatiecultuur. Daarmee wordt compliance geen doel, maar een resultaat van robuust beleid.
De rol van de CISO: van regelnaleving naar business partner
Voor CISO’s betekent dit een verschuiving in rol en positie. Wie security reduceert tot normenkaders, blijft in het compliance-hokje. Wie het gesprek voert over digitale weerbaarheid, business continuity en veiligheid in het ecosysteem, wordt een strategische partner van de business. Bovendien draagt dit bredere perspectief bij aan het collectieve doel van wet- en regelgeving als NIS2 en DORA: niet alleen individuele organisaties, maar de gehele Europese digitale infrastructuur weerbaarder maken.
De kern is helder: compliance mag nooit het startpunt zijn. Het is ‘slechts’ het bewijs dat je organisatie volwassen en weerbaar is – niet de motivatie erachter. De CISO van de toekomst is dan ook geen toezichthouder, maar een architect van vertrouwen. Niet degene die vinkjes zet, maar degene die het verschil maakt tussen veerkracht en kwetsbaarheid.





