Energiesector heeft moeite met vernieuwing, maar pandemie is katalysator

Redactie

28 april 2021

Een meerderheid van de energiebedrijven in Nederland heeft moeite vooruitgang te boeken op het gebied van duurzaamheid en veerkracht. De stappen die Nederlandse energiebedrijven tijdens de pandemie op het gebied van digitalisering hebben gezet, hebben echter een positieve invloed. Daarop duidt onderzoek in opdracht van Dassault Systèmes.

Veel bedrijven in de sector hebben moeite vooruitgang te boeken op het gebied van duurzaamheid en veerkracht. Managers bij zeven op de tien ondervraagde bedrijven vinden het lastig te anticiperen op overheidsbesluiten. Bovendien heeft 65 procent problemen met het aantrekken en behouden van talentvolle medewerkers die gefocust zijn op het milieu en de leefomgeving. Deze problemen leiden tot uitstel van duurzaamheidsplannen – zes op de tien organisaties hebben moeite met innovatie.

Dit vormt een existentiële uitdaging voor energieconcerns: vaak slagen zij er niet in tegemoet te komen aan de verwachtingen van klanten en overheden. Ruim 60 procent van de ondervraagde bedrijven geeft toe dat zij veranderingen in hun businessmodel zullen moeten doorvoeren om te kunnen blijven voldoen aan wettelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Vooral CO2 is een thema waarmee de sector worstelt: zeven op de tien bedrijven denkt dat de sector niet in staat zal zijn te voldoen aan wet- en regelgeving op dit gebied. Topmanagers erkennen dan ook dat investeringen in het terugdringen van de CO2-uitstoot van toeleveringsketen een strategische prioriteit zijn.

Naast aangescherpt overheidsbeleid hebben energiebedrijven ook te maken met klanten die steeds meer ecobewust zijn. Meer dan de helft van de ondervraagden zegt dat afnemers duurzame alternatieven eisen voor traditionele energieproducten, en 37 procent is bezorgd dat het niet kunnen voldoen aan de duurzaamheidseisen ertoe zal leiden dat afnemers gaan overstappen naar concurrenten die duurzamer werken.

De pandemie heeft echter gewerkt als een katalysator voor organisaties die duurzamer willen opereren. Softwarematige hulpmiddelen en bijbehorende vaardigheden van medewerkers vormen een blauwdruk voor bedrijven die digitaler en duurzamer willen opereren. Ruim de helft (55%) van de bedrijven ziet de pandemie als een kans om duurzamer te gaan werken. Zeven op de tien topmanagers zien duurzame productinnovatie als strategische prioriteit, en bijna zes op de tien onderkennen dat ‘net zero’ worden een prioriteit is voor hun organisatie.

Nederlandse bedrijven versnellen hun overstap naar hernieuwbare energiebronnen om daarmee te kunnen voldoen aan de emissie-eisen van 2030. Energie uit hernieuwbare bronnen zal dan naar verwachting 29 procent van de energiemix vormen (2% meer dan nu). Herbruikbare energie vervangt daarmee dan fossiele brandstoffen (20%, minus 8% ten opzichte van het huidige aandeel in de energiemix) en schone brandstoffen (24%, minus 7% ten opzichte van het huidige aandeel). Energie uit hernieuwbare bronnen is op dat moment de belangrijkste bron van energie voor ons land.

Nu de sector moet verduurzamen, realiseren bedrijven zich nieuwe technologie en nieuwe tools nodig zijn om hun voetafdruk nauwkeurig te berekenen. Zes op de tien zegt een gecentraliseerde datamanagementoplossing nodig te hebben in de toeleveringsketen. Praktisch eenzelfde aandeel zegt momenteel niet over de gegevens te beschikken om hun ecologische voetafdruk te kunnen evalueren. Bovendien geeft ruim de helft van de ondervraagde toe dat zij niet over de nodige instrumenten beschikken om beleid voor de reductie van ​​koolstofuitstoot te voeren.

Virtuele technologie wordt door veel bedrijven gezien als dé sleutel tot de transitie van de sector naar een duurzame toekomst. Van de ondervraagde bedrijven gebruikt 65 procent momenteel virtuele prototyping en simulatie, zoals virtual twins, om afval en CO2-emissies te verminderen. Ruim de helft van de respondenten in Nederland (57%) gebruikt deze hulpmiddelen om effectiever samen te werken in een digitale wereld.

Virtual twins worden al toegepast bij het bedenken van oplossingen om hernieuwbare energiebronnen te benutten, zoals windturbines, oplossingen om water om te zetten in energie, mobiele elektrische laders en zonnepanelen. De virtual twin-benadering is zeer veelzijdig en wordt ook gebruikt om de veiligheid van werkzaamheden op winningslocaties te verbeteren, van het boren in grotten tot het winnen van fossiele brandstoffen, het routeren van kernenergie en het beheren van afval. Ook worden reeds vóór de bouw modellen van fysieke locaties met virtual twins in kaart gebracht.

Naast het bijscholen van personeel en het versnellen van innovatie, beschouwt de energiesector virtual twins als een fundamentele technologie ter ondersteuning bij de overgang naar een groenere economie. Zes van de tien topmanagers in de energiesector zijn van mening dat virtual twins een cruciale rol zullen spelen bij het bereiken van een CO2-neutrale wereld in 2050.

Over het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door Censuswide in opdracht van Dassault Systèmes in de periode februari-maart, onder 251 managers in de energiesector in Nederland.

Gerelateerde artikelen

Verzamel en rapporteer data eenvoudiger met DCIM

Verzamel en rapporteer data eenvoudiger met DCIM

Bij de meeste bedrijven die eigen IT-infrastructuur in gebruik hebben, staat apparatuur van Schneider Electric, dat ook software levert om infrastructuur en datacenters te beheren. Loek Wilden, Data Center Lifecycle Consultant, legt uit hoe DCIM het leven van de CIO gemakkelijker kunnen maken en tot flinke besparingen kunnen leiden.

Hoe hoofdpijn over cloudconnectiviteit te verhelpen met SDCI

Hoe hoofdpijn over cloudconnectiviteit te verhelpen met SDCI

SDCI staat centraal bij het leveren van beveiliging, zichtbaarheid en netwerkconnectiviteit nodig voor een multicloudstrategie, waarbij privéconnectiviteit wordt geboden met een verscheidenheid aan cloud-, netwerk- en internetserviceproviders en monitoring van deze omgevingen vanaf één plek mogelijk is.

Ruim helft organisaties heeft applicatiestrategie

Ruim helft organisaties heeft applicatiestrategie

Iets meer dan de helft van de Nederlandse organisaties heeft een applicatiestrategie. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim vijfhonderd IT-beslissers en -beïnvloeders over ontwikkelen in low-code. Het overzichtelijk en beheersbaar houden van het applicatielandschap levert voor de meerderheid (56%) van de organisaties dan ook geen problemen op. Voor negen procent van de organisaties is dit wél een opgave.

Inzet publieke cloud en SaaS-oplossingen vlakt af

Inzet publieke cloud en SaaS-oplossingen vlakt af

Meer dan een vijfde van IT-applicaties wordt in zes verschillende omgevingen gehost. Dit leidt tot beveiligings- en operationele uitdagingen en een toenemende vraag naar multi-cloud netwerkoplossingen. Daarop duidt onderzoek door F5.